Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Publiek domein
actueel

UvA-socioloog Thijs Bol: systeem studentevaluaties moet op de schop

Dirk Wolthekker,
12 september 2019 - 11:21

Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat studentevaluaties van Amerikaanse docenten beter de prullenbak in kunnen. De evaluaties zouden weinig zeggen over de kwaliteit van het onderwijs en bovendien zouden ze vaak vertekend zijn: vrouwen en mensen met een kleur krijgen eerder een negatieve docentevaluatie dan witte mannelijke docenten. Is dat in Nederland ook het geval? En zo ja, wat is er aan te doen? Vijf vragen aan socioloog Thijs Bol.

Is het nu wéér de witte man die aan het langste eind trekt?

‘Ja, daar lijkt het wel op, al zit het probleem dieper. De ongelijkheid die wordt geconstateerd bij dit soort docentevaluaties is eigenlijk het gevolg van een fundamentele fout in het bestaande systeem van evaluaties door studenten. Die evaluaties meten namelijk niet wat ze zouden moeten meten: de leeropbrengst van een vak. Ze meten vooral of je als student een vak of een docent leuk vindt, maar niet wat je hebt geleerd.’

Foto: Gerard van Hees (UvA)
Thijs Bol

Studenten geven toch gewoon een goed cijfer aan een docent als die docent hun tentamen ook een goed cijfer geeft?

‘Dat kan dus een probleem zijn. Docenten die zich bij het beoordelen van tentamens soepeler opstellen en hogere cijfers geven, krijgen vervolgens zelf ook een beter evaluatiecijfer van hun studenten. Het systeem lokt dat uit.’

 

Worden vrouwelijke docenten en docenten van kleur in Nederland ook slechter geëvalueerd dan witte mannen?

‘Het is eigenlijk geen nieuw onderzoek, maar een statement naar aanleiding van overzichtsstudies waaraan een groot aantal Amerikaanse instellingen hebben meegewerkt. Het is moeilijk om te bedenken waarom een dergelijk onderzoek in Nederland tot andere resultaten zou leiden. Daarvoor is het Amerikaanse onderzoek sterk genoeg.’

‘Het is niet zeker dat de docent die een goed cijfer krijgt ook echt een goede docent is, of dat het vooral een leuke docent is die een leuk vak geeft’

Volgens de onderzoekers heeft die subjectieve evaluatie ook gevolgen voor het al dan niet krijgen van een vaste aanstelling of voor je carrièreperspectief.

‘Dat is dus de vervelende consequentie van dit soort evaluaties door studenten. In mijn eigen tenureEen tenure-track is een universitair carrièrepad dat moet leiden tot een hoogleraarschap. Meer informatie op de site van de Vereniging van Universiteiten., was het een letterlijke voorwaarde dat je studentbeoordelingen goed moesten zijn om door te kunnen, ik dacht rond een 7,5 gemiddeld op een schaal van 1 tot 10. Maar het is niet zeker dat de docent die dat cijfer krijgt ook echt een goede docent is, of dat het vooral een leuke docent is die een leuk vak geeft. Ik geloof trouwens dat dit inmiddels ook niet meer gebeurt aan de UvA, en dat aan dergelijk evaluaties minder waarde wordt gehecht.’

 

Wat is het alternatief? Je wil toch op één of andere wijze meten hoe goed een docent is?

‘Uiteraard, maar dat kan ook op een andere manier. Te denken valt dan aan een soort peer review-achtige evaluatie van het onderwijs. Dat kan door middel van intervisie: gesprekken tussen docenten binnen één vakgebied waarbij ze het hebben over de (didactische) problemen die ze tegenkomen en wat de oplossing daarvoor zou kunnen zijn. Het bezoeken van elkaars lessen kan daarbij ook helpen.’