Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Teis Albers
actueel

De literatuuranalyse van een UvA'er werd een tentoonstelling vol bloemen

Marleen Hoebe,
28 mei 2019 - 12:29

Literatuuronderzoek kun je ook op een hele andere manier presenteren dan alleen in een onderzoeksartikel. Het Flower Art Museum in Aalsmeer heeft het onderzoek van UvA-wetenschapper Jonneke Bekkenkamp naar bloemen in literatuur gebruikt voor een tentoonstelling. ‘Literatuur is ook kunst’.

In het kantoor van Jonneke Bekkenkamp, universitair docent religie en literatuur, staan aardig wat bloemen en planten, maar volgens Bekkenkamp kan het hier nog veel voller staan. Bloemen zijn altijd al haar passie geweest. Haar recente onderzoek gaat dan ook over bloemen in literatuur. Ze bekijkt of wat schrijvers zeggen met bloemen een alternatief vormt voor traditionele God-taal.

 

‘Ik vind dat we weg moeten van het woord god. In mannelijk enkelvoud spreken is beperkend, en het heeft schadelijke bijwerkingen, zoals de feministische theologe Mary Daly het kernachtig verwoordt: “If God is male, than male is God.” Bloemen bieden een mogelijk alternatief. Bloemen zeggen iets over het leven wat woorden niet kunnen zeggen, maar waar schrijvers en dichters dan toch woorden voor zoeken.’

Foto: Maarten van Schaik
Jonneke Bekkenkamp

Bloemen als geheimtaal

Bekkenkamp las voor haar onderzoek zes moderne klassiekers. Het Flower Art Museum in Aalsmeer geeft aandacht aan een van die romans: De verborgen taal van bloemen, van Vanessa Diffenbaugh. ‘Dat is een heel mooi en aangrijpend verhaal. Het gaat over het meisje Victoria dat van het ene adoptiehuis naar het andere gaat. Bloemen worden haar gezelschap.’

 

‘In het boek worden bloemen gebruikt als gezelschap, geheimtaal en een taal die toveren kan. De tentoonstelling van het Flower Art Museum legt het accent op bloemen als geheimtaal. In de traditie van de bloemenlexicons uit de Victoriaanse tijd stelt de hoofdpersoon Victoria een eigen bloemenlijst op. Rode rozen staan daarin voor liefde, gele voor ontrouw, en een witte roos – de bloem die in de roman het meeste voorkomt – voor een in de liefde onervaren hart. Victoria beschrijft zichzelf als een “distel-pioen-basilicum-type”, dit staat voor misantropie, boosheid en haat.’

Foto: Flower Art Museum
Het kunstwerk met cactussen

Bloemen voor haat

In het museum is onder meer een kunstwerk met cactussen te zien. Wanneer Victoria de bloementaal nog niet kent, denkt ze dat een cactus voor haat staat. Uiteindelijk blijkt dat de akkerdistel dichter in de buurt komt van haar gevoel van dat moment. Naast de cactussen hangt een schilderij van akkerdistels.

 

Victoria ontwikkelt zich. Ze leert steeds meer over bloemen en ontdekt dat ze een gave voor bloemen heeft. In de tentoonstelling zie je haar in verschillende levensfases.

Foto: Flower Art Museum
Portret van Victoria met daarvoor een bos irissen. Iris betekent ‘boodschap’. De irissen worden het visitekaartje van Victoria.

Kunst met echte bloemen

Bekkenkamp vindt het erg leuk dat het museum haar onderzoek gebruikt. ‘Literatuur is ook kunst. Op deze manier kun je woorden tentoonstellen. Er hadden alleen wel ook echte bloemen gebruikt mogen worden. Maar die komen nog, tijdens het Aalsmeer Flower Festival op 15 en 16 juni staan er verschillende bloemkunstwerken in het museum.’

 

De tentoonstelling de Taal van Bloemen is nog tot en met 7 juli te zien. Op vrijdag 28 juni verzorgt Bekkenkamp, samen met Karina van Dalen-Oskam, in het museum een lezing over bloemen in bloemrijke romans.