UvA komt CSR tegemoet: ook bestuursbeurzen voor eerstejaars

Eerder dan verwacht wordt het reglement van het Profileringsfonds, waaruit onder meer bestuursbeurzen voor studenten worden betaald, aangepast. De Centrale Studentenraad wilde de regels aanpassen vanwege een uitspraak van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs. Dat oordeelde in november vorig jaar dat een Nijmeegse bachelorstudent onterecht een bestuursbeurs was onthouden.

De Radboud Universiteit stelde in haar regels dat studenten enkel in de eerste vier jaar van hun bachelor aanspraak konden maken op een bestuursbeurs. De student zat in zijn vijfde jaar, maar vroeg toch bestuursbeurzen aan. Die kreeg hij niet, waarna de student naar de rechter stapte. Hij stelde zich op het standpunt dat de universiteit volgens de wet alleen ‘regels van procedurele aard’ mocht stellen en geen inhoudelijke voorwaarden. De rechter gaf de student daarin gelijk.

Bsa-norm

De CSR concludeerde daaruit dat het UvA-reglement zo snel mogelijk aanpassing behoefde en zette de zaak op de agenda van het overleg met het universiteitsbestuur. Als gevolg daarvan heeft het bestuur besloten dat eerstejaars in de opleidingscommissies en de raadsassistenten van de studentenraden vanaf komend collegejaar 2019/2020 een beroep kunnen doen op een tegemoetkoming uit het Profileringsfonds, mits zij aan de andere voorwaarden voldoen, zoals de bsa-norm. Studenten krijgen de beurs pas aan het einde van het jaar uitgekeerd, als ze aan de bsa-norm hebben voldaan.

De Centrale Studentenraad leest in de uitspraak ook dat de bsa-norm als voorwaarde voor bestuursbeurzen afgeschaft zou moeten worden, maar de universiteit volgt de studentenraad niet in die redenering.