Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Dirk Wolthekker
actueel

Voor Wilma (61) is ook de gang werkterrein: ‘Daar kun je spontaan een onderwerp aansnijden’

Dirk Wolthekker,
15 januari 2019 - 12:07

Tweewekelijks vertelt een medewerker, student, bestuurder, docent of hoogleraar over zijn of haar werkplek. Deze week: Wilma de Munck. Zij is directeur bedrijfsvoering bij de Faculteit Economie & Bedrijfskunde.

Wie ben je en wat doe je?

‘Ik ben Wilma de Munck (61). Als bedrijfsvoerder van de Faculteit Economie & Bedrijfskunde ben ik eindverantwoordelijk voor alle bedrijfsmatige aspecten van de faculteit. Daaronder valt de gehele administratie, P&O, marketing & communicatie, facility services en ICT. Daar zijn natuurlijk afdelingshoofden voor, maar ik zweef daar als het ware boven.

Het is veel werk en een drukke baan, die veel vraagt, maar ook heel interessant is. Er zit veel geregel in en ik moet veel vergaderen. Naast overleggen met de diensthoofden van de faculteit heb ik ook nog overleggen met collega-bedrijfsvoerders van andere faculteiten en zit ik in het dagelijks bestuur van de faculteit. Ik overleg dus veel en als ik niet overleg, bereid ik wel een overleg voor.

Verder ben ik namens het College van Bestuur programmamanager ‘Grip op werkdruk’. Dat kost me zeker een dag per week. Met een team probeer ik maatregelen te nemen en acties in gang te zetten die daadwerkelijk helpen om de werkdruk of de beleving daarvan te verlichten. Werkdruk is een veelkoppig monster dat ook op andere universiteiten zijn kop op heeft gestoken: beperkte middelen, administratieve lastendruk, de inrichting van het onderwijs, de roostering. Het speelt allemaal een rol bij werkdruk. Eind dit jaar moeten we resultaten hebben bereikt en ook met adviezen komen voor het vervolg.’

Foto: Dirk Wolthekker

Waar is je werkplek?

‘Mijn werkplek bevindt zich op de tweede etage van het E-gebouw van de Roeterseilandcampus. Ik heb hier een werkkamer op de gang van het faculteitsbureau. De gang beschouw ik ook graag als werkterrein. Daar kun je spontaan even kort een onderwerp aansnijden en kom je vaak tot gesprekken waar je in een formele setting niet toe komt. Ik heb een bureau om op mijn computer te werken en een werktafel om aan te lezen en voor kleine vergaderingetjes. Voor mij moet een werkplek iets warms hebben, iets waar je je thuis voelt. Dus ja, ik heb plantjes en decoraties aan de wand. En natuurlijk de ingelijste tekening waarop enige vrouwen te zien zijn die een monumentale trap oplopen. Bewandel je eigen weg, langzaam omhoog, daar staat die tekening voor en dat is wat ik ook doe. Ik heb die tekening vijfendertig jaar geleden gekregen van een collega bij KPMG, waar ik toen werkte. Ik sjouw hem sindsdien overal mee naar toe, waar ik ook werk.’

 

Wat vind je leuk aan je werkplek?

‘Dan zeg ik direct: het uitzicht. Het raam is op zich niet zo groot, maar ik kijk op groen, op bomen en op het water, een vrij uitzicht dus. Ik kijk niet tegen het volgende kantoorblok aan. Ik heb ruimte in mijn uitzicht, zou je kunnen zeggen. Ik ben bovendien bevoorrecht met een werkkamer voor mezelf, heel bijzonder. Verder vind ik deze plek leuk omdat de collega’s dichtbij zijn en omdat ik dwars door de studentenmeute moet om hier op mijn werkkamer te komen. Daardoor realiseer ik me elke dag waarom ik hier zit.’

 

Wat vind je minder leuk aan je werkplek?

‘Helemaal niks. Ik vind het hier prima. Ik zou natuurlijk kunnen zeggen dat mijn werkkamer misschien wel iets groter zou kunnen, maar dat zou ik echt gemuts vinden van mezelf. Er zijn genoeg mensen die minder ruimte hebben dan ik.’