Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Alma van de Burgwal
actueel

Zo moet de rechtszaal van de toekomst eruitzien, vinden UvA-studenten

Sterre van der Hee,
14 december 2018 - 15:32

Hoe ziet de rechtszaal van de toekomst eruit? UvA-rechtenstudenten gingen de laatste weken aan de slag met maquettes, samen met studenten van de Gerrit Rietveld Academie. ‘Hoe kunnen we van een verdachte in deze setting volledige open- en eerlijkheid verwachten?’

In een filmpje met rustige pianomuziek op rechtspraak.nl wordt het allemaal uitgelegd. Waar je moet zitten in de rechtszaal. Wat je moet doen als je liever niet wilt spreken. Wie er in de rechtszaal aanwezig zijn. ‘Eerst vertelt de rechter kort wat er gaat gebeuren om de situatie zo goed mogelijk te begrijpen. Daarom stelt hij aan beide partijen vragen. Aan het eind van de zitting kan de rechter kijken of beide partijen hun conflict willen oplossen met mediation. Lukt dat niet, dan vertelt de rechter wat de volgende stap is.’ 

 

Maar waarom gaat dat eigenlijk zo? En is het proces in de rechtszaal niet onnodig ingewikkeld? 

‘De verdachte zei: de rechters keken boos, en spraken in een taal die ik niet begreep’

Dat is de kernvraag van het project van UvA-docent Maike Steen (strafrecht), advocaat Wikke Monster en docent Anika Ohlerich van de Gerrit Rietveld Academy in Amsterdam. ‘Waarom zijn deze gebruiken zoals ze zijn,’ vraagt Monster zich tijdens de presentatie in de rechtszaal hardop af. Ze geeft het voorbeeld van de rechter, de officier van de justitie en de griffier die er in hun zwarte toga’s allemaal hetzelfde uitzien. ‘Ze zitten hoger, en zijn voor verdachten soms lastig uit elkaar te houden. Hoe kunnen we van iemand in zo’n setting tijdens een strafzitting een volledige eerlijk- en openheid verwachten?’

 

Voor het project kregen dertien studenten de opdracht om de ‘rechtszaal van de toekomst’ te ontwerpen. Daarvoor werkten UvA-studenten samen met studenten van de Gerrit Rietveld Academie: de combinatie van kwaliteiten zou een andere manier van nadenken bij de studenten stimuleren. Daarnaast luisterden ze naar de verhalen van een verdachte in de rechtbank en ontwierpen ze maquettes. ‘Een van de verdachten was nog maar twaalf jaar toen hij voor de rechter stond,’ zegt een van de studenten. ‘Hij zei: ik kon in die setting niet vrijuit spreken. De rechters keken boos, en ze spraken in een taal die ik niet begreep.’

 

De eigenlijke vraag, zeggen studenten: een kamer ontwerpen voor mensen die daar niet willen zijn. ‘Je moet in het ontwerp dus op de onderliggende waarden focussen: vertrouwen, hoop, helderheid.’

Foto: Roos Wijdeveld
Het ontwerp van Roos Wijdeveld met de officier van justitie als 'alwetende verteller'

Geen gemene prosecutor

‘Ik werd erg gegrepen door de verhalen,’ zegt UvA-rechtenstudent Roos Wijdeveld. ‘Na het horen van verschillende sprekers viel het mij op dat het voor de verdachte soms onduidelijk is om de rollen in de rechtszaal te onderscheiden. Ook spraken we een nabestaande: een man wiens vrouw was omgekomen bij een verkeersongeluk. De sprekers moesten ons helpen om het rechtssysteem vanuit verschillende perspectieven te bekijken.’ In haar model richtte ze zich vooral op de verdachte. ‘Ik wilde zijn vertrouwen waarborgen.’

 

Wijdeveld ontwierp een zaal met een tafel waar iedereen aan zit: de officier van justitie, de rechter, de griffier, de advocaat en verdachte. ‘Ik heb de officier van justitie een belangrijke, extreem formele en symbolische rol gegeven,’ zegt ze. ‘Hij is een alwetende verteller die de rechtstreekse waarheid vertegenwoordigt. Hij spreekt de tenlastelegging uit en probeert op een terughoudender manier aan waarheidsvinding te doen. Hij is dus meer een boodschapper, geen kwade prosecutor, zoals je in Amerikaanse films weleens ziet.’ Het was leuk om met de Rietvelders samen te werken, zegt ze: ‘Je merkt dat zij van buitenaf kijken naar het rechtssysteem en daar dus een heel andere visie op hebben, of dat ze bepaalde zaken anders interpreteren.’

Andere creatieve ideeën: een voorstelrondje, gedichten voorlezen en een mindfulness-oefening voor de zitting
Foto: Alma van de Burgwal
De hoge zwembadstoel uit het model van Alma

Belangrijk, zeggen de studenten: een rechtszaal is nooit helemaal perfect voor elke aparte zaak. Daarom maakten sommige studenten een rechtszaal die zo flexibel mogelijk is. Voor de rechtszaal van Alma van de Burgwal (Rietveld) kwam de inspiratie van het sportveld. ‘Het doeleind van de ruimte wordt bepaald door de kleur op de vloer,’ legt ze uit. ‘Elke partij heeft een aparte kleur.’ In het midden staat een tafel, en via deuren in de ruimte is het mogelijk om een buitenruimte te betreden waar de verdachte met de rechter kan zitten en wandelen als dat nodig is om het verhaal beter te begrijpen. De griffier zit op een hoge zwembadstoel. ‘Dat benadrukt de neutrale functie. Voor de verdachte kan de griffierpositie anders verwarrend zijn: die kan denken dat de griffier mag meebeslissen.’

 

Mindfulness

Masterstudent Anna Kostiouk (rechten) richtte zich vooral op de duidelijkheid. Zo wil ze de functie van de officier van justitie, de rechter en de advocaten verduidelijken door hen andere kleuren toga’s te geven, om de verdachte niet het gevoel te geven dat alle zwarte toga’s stiekem samen in een ‘team’ zitten. In vogelvlucht: de rechter draagt zwart voor veiligheid en autoriteit, de officier van justitie draagt grijs voor neutraliteit en de advocaten dragen blauw voor vertrouwen, loyaliteit en rust. Wel houden ze allen hun witte bef, zegt Kostiouk: ‘Dat staat voor onschuld en hoop.’

 

Andere creatieve ideeën: een verplicht rondje handenschudden voor de zwarte toga’s en de verdachte, een korte uitleg van de functies in de rechtszaal, gedichten voorlezen of een mindfulness-oefening voorafgaand aan de zitting.

 

Of de rechtszalen ook echt gebruikt gaan worden? Wijdeveld: ‘Dat hoeft niet. Het is geen af product, maar ik hoop dat het een inspiratie kan zijn: dat het proces in de rechtszaal kan helpen bij het vertrouwen dat de verdachte heeft in het rechtssysteem. Voor mij was het heel waardevol om op zo’n intieme en niet-schoolse manier een vak te volgen.’ Volgens UvA-docent Steen hebben rechters en officieren van justitie ook interesse om verder te praten.‘Ze willen kijken met welke ideeën van studenten ze kunnen gaan experimenteren.’