Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marleen Hoebe
actueel

Student-assistent Laurie (25): ‘Bij de practica ga ik 7 jaar terug in de tijd’

Marleen Hoebe,
23 oktober 2018 - 14:38

Wekelijks vertelt een medewerker, student, bestuurder, docent of hoogleraar over zijn of haar werkplek. Deze week: Laurie Mulder (25), masterstudent Basic & Applied Neuroscience. Tijdens het afronden van haar master is ze werkzaam als student-assistent, ze begeleidt werkgroepen van de bachelor psychobiologie.

Wie ben je en wat doe je?

‘Ik ben Laurie Mulder (25) en ik ben mijn thesis aan het afronden. Mijn thesis gaat over een zoekmachine voor het elektronisch patiëntendossier die gebruikt kan worden door ziekenhuismedewerkers om gepseudonimiseerde dataDit zijn gegevens die versleuteld zijn, zodat deze niet meer direct herleidbaar zijn tot een persoon. te verzamelen over patiënten. Ik doe dit bij het bedrijf CTcue op Science Park. Ondertussen begeleid ik verschillende werkgroepen bij de bachelor psychobiologie als student-assistent. Hierbij ga ik zeven jaar terug in de tijd, want ik heb zelf ook de bachelor psychobiologie gedaan. Maar toen had ik echt het gevoel dat we wel met tweehonderd man in een labzaal zaten. Dat blijkt nu toch behoorlijk wat minder.’

Foto: Marleen Hoebe
Benodigdheden voor een wormenpracticum

Waar is je werkplek?

‘De werkgroepen zijn op Science Park; het verschilt per practicum waar we zitten, maar meestal op de eerste verdieping van gebouw F. Nu zitten we hier voor het wormenpracticum. Studenten moeten in dit practicum zenuwen van een regenworm met een elektrode stimuleren. Voor computerpractica zitten we in een ander lokaal. Bij het wormenpracticum en de computerpractica moeten ze een eigen onderzoekje opzetten, net zoals ze dat later tijdens hun stage of misschien wel hun promotieonderzoek moeten doen. De assistentenruimte mét tosti-ijzers zit boven de eerste verdieping van gebouw F. De docenten die ons begeleiden zitten hier ook.’

‘Ik begrijp wat de studenten doormaken en herken de fouten die ik zelf ook maakte’

Wat vind je leuk aan je werkplek?
‘Science Park is een mooi gebouw en het voelt hier heel vertrouwd. De labzaal in gebouw F, met lekker veel ramen aan de zijkant, heeft een goede uitrusting. Daarnaast kan ik met mijn medewerkerskaart gratis koffie halen.
Verder vind ik het leuk dat ik deze practica zeven jaar geleden had. Ik bekijk het nu van een heel ander perspectief. Op dit moment heb ik veel meer kennis dan toen ik nog een eerstejaarsstudent was, dus dat maakt de werkgroepen makkelijker. Studenten kunnen vrolijk zijn, maar soms ook gestrest – dan weten ze niet goed wat ze moeten doen. Ik begrijp wat ze doormaken en herken hun fouten, omdat ik die zelf ook maakte. Daardoor kan ik ze goed helpen. Als ik nog wel over iets twijfel, dan kan ik het met mijn collega’s bespreken. We helpen elkaar, dat is heel fijn. Onze groep assistenten bestaat uit masterstudenten die meer ervaring hebben in het lab en bachelorstudenten die het practicum nog fris in het geheugen hebben, een goede mix. Het werk is heel afwisselend, omdat je steeds weer een nieuwe groep en andere practica moet begeleiden. Na het werk gaan we regelmatig samen sporten – klimmen of squashen. We zitten toch naast het USC.’

Foto: Marleen Hoebe

Wat vind je minder leuk aan deze werkplek?
‘De hoeveelheid werk heb ik wel een beetje onderschat. Je moet best veel voorbereiden en nakijken. Deze uren vallen buiten je rooster. Dat is toch wel een beetje minder, zo naast mijn thesis. De eerste verslagen nakijken is nog wel leuk, maar ik denk dat op den duur dit toch wel vervelend wordt, omdat we met een heel nauwkeurig nakijksysteem werken. Dit kost veel tijd. Verder heb ik geen gestructureerd rooster; ik weet voor komende maand wel welke dagen ik moet werken, maar verder heb ik geen idee waar ik aan toe ben. Aan de andere kant is het rooster weer lekker, doordat je vrije dagen hebt. Je kunt opeens een maand vrij zijn, omdat je maar voor een bepaald aantal vakken wordt aangesteld. Eigenlijk is het een nadeel dat je dit werk maar een jaar kunt doen.’