Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Inge Kalle-Den Oudsten / Sterre van der Hee
actueel

Wij liepen de UvA-campuswandeling met promovendus Inge (26)

Sterre van der Hee,
19 juli 2018 - 09:11

Het boekje Wandelen naar de campus van de Vereniging van Universiteiten beschrijft dertien wandelingen op universiteitscampussen in Nederland. Wij liepen de UvA-wandeling met hobbywandelaar Inge Kalle-Den Oudsten (26), promovendus bij de vakgroep Media & Cultuur. ‘Op de universiteit zijn ze niet zo bezig met geestelijke gezondheid.’

Het is donderdagmorgen, tien uur, en het is warm op het Spui. Bij een grote boom wacht Inge Kalle-Den Oudsten (26), PhD-student bij de vakgroep Media & Cultuur – zwart jurkje, haar in een vrolijke knot, en tien minuten te vroeg. Ze had het me al geappt: ‘Ben zo iemand in de categorie: erg op tijd.’

 

Het waait licht, en de zon staat fel op het Maagdenhuis. Dit pand, dat toch een beetje wereldfaam kreeg door de bezettingen in 1969 en 2015, is vandaag het startpunt van de UvA-campuswandeling: een van de dertien routes die is uitgezet in het nieuwe boekje Wandelen naar de campus, met wandelingen over dertien universiteitscampussen in Nederland.

 

Het idee: elke wandeling loopt door de stad via de universiteitsgebouwen. De route in Amsterdam begint bij het Maagdenhuis (1)Geen boekje? Gebruik deze herkenningspunten om de route toch te kunnen lopen en loopt via de Oudemanhuispoort en Roeterseiland door het groen richting het Science Park. Opvallend, meldt het boekje, is vooral de ‘toegankelijkheid van gebouwen’, het ‘grote aantal vrouwelijke studenten’ en de naamgeving: universiteiten worden universities, onderzoekscentra worden science parks.

Over Inge Kalle-Den OudstenĀ 

Inge Kalle-Den Oudsten (26) is promovendus bij The Amsterdam School for Heritage, Memory and Material Culture. Ze doet onderzoek naar het gebruik van digitale technologie in musea. In 2015 behaalde ze haar masterdiploma Museum Studies aan de UvA, daarvoor deed ze een bachelor Liberal Arts and Sciences aan University College Roosevelt in Middelburg. Inge woont met haar man Joshua in Utrecht.

Die massa’s studenten – vrouwelijk of mannelijk – zien we weinig. Na tentamentijd zijn hier vooral toeristen: in de rondvaartboot, op bankjes met softijsjes, of zwiebelend op de MacBike. We steken het drukke Rokin over, richting de smalle Grimburgwal. ‘Dat is mijn kantoor,’ wijst Inge, richting drie hoge torentjes van BG2. ‘De hele zolder zit vol met twintig PhD-studenten, heel relaxt. Ik zit lekker bij het raam.’ Ze neemt een foto. ‘Mijn tactiek is om ‘s ochtends heel vroeg uit Utrecht te komen en de toeristen te vermijden.’

 

Inge heeft, naast haar werk aan de UvA, een bedrijfje voor ‘vrolijke fotografie’. ‘Ik wandel zelf heel veel, dan neem ik altijd mijn camera mee,’ zegt ze, als we het verlaten boekensteegje langs de Oudemanhuispoort (2) inlopen. ‘Ik ben een fanatieke instagrammer. Gelukkig is mijn man – die wil huisarts worden – ook een goede instagram-husband: hij maakt meteen veertig foto's, dan zit er altijd iets tussen wat ik leuk vind.’

 

De route (ongeveer). De tekst loopt door onder de kaart.

We moeten richting de Stopera, zegt het boekje. Over de Staalmeestersbrug, waar inmiddels de liefdesslotjes met slijptollen zijn afgezaagd, gelijk de Parijse Pont des Arts. Vol in de zon staat de Zuiderkerk, zonder steigers, eindelijk uitgepakt – speciaal voor zomers Amsterdam, zo lijkt het.

Foto: Inge Kalle-Den Oudsten
Het huisje met de planten en wereldbollen

‘Geloof? Ouderwets!’

De volgende stop is de bocht in de Amstel, bij het bronzen beeld van Spinoza, de joodse filosoof (1631-1677) die ‘alle traditionele ideeën over God verwierp’, blijkt uit het bijschrift (3). We zeggen hem gedag, en het gesprek komt op religie. ‘Ik groeide op in Ameide’, vertelt Inge, ‘bij Utrecht, in de Bible Belt.’ Op haar 21e trouwde ze met haar man, die ze ontmoette toen ze 12 was. ‘Op de uni was dat een grote shock. Ik heette opeens anders, mensen waren echt in de war. Mijn eigen naam is Den Oudsten – voor buitenlanders is dit heel onhandig. Maar Inge Kalle is zo, bam! bam!, dat vind ik niet zo mooi klinken.’

 

Op weg naar de Hermitage (4), waar de route ons naar de binnentuin voert, passeren we een huisje vol sprieterige planten en grote, oude wereldbollen. ‘Ik hoorde ooit dat hier een kunstenaar woont.’ Verderop klinken sirenes, razen scooters voorbij. Inge kijkt op. ‘Vind jij ook dat Amsterdam vandaag naar bacon ruikt?’

 

Het groene Hermitage-terras slaan we over – we hebben waterflesjes mee, en we moeten nog wel even. Heeft Inge, tijdens haar academische carrière, weleens getwijfeld aan haar geloof? ‘Niet echt,’ zegt ze, als we bij de Weesperflat (5) het Monument van Joodse Dankbaarheid passeren. ‘Ik ging wel naar een christelijk vwo, dus op de universiteit kwam ik voor het eerst niet-christelijke mensen tegen. Dat was wel goed, daardoor ga je nadenken over je geloof.’

Foto: Inge Kalle-Den Oudsten
De Zuiderkerk

Het maakte dat ze de Bijbel anders ging benaderen. ‘Ik leerde over historische context: Jezus leefde tijdens het Romeinse rijk, en sommige verhalen, zoals de Ark van Noach, komen ook in andere mythologieën voor.’ Misschien is het dus niet letterlijk gebeurd, dacht ze. ‘Of met een andere betekenis. Dat is verrijkend. Op de UvA is men nog weleens wat minachtend: mensen vragen of ik “nog” gelovig ben, vinden het uit de tijd. Ik vind het niet zo erg, ik ben er open over.’

‘Op de UvA is men nog weleens wat minachtend: ze vragen of ik “nog” gelovig ben, vinden het uit de tijd’

Door het gesprek zijn we verdwaald. We besluiten tot een shortcut, richting de Roeterseilandcampus – het is te heet om moeilijk te doen. We passeren het Library Learning Center (6) en zetten koers richting de gekleurde stoeltjes van het Crea Café (7). Door de gracht vaart een bootje, Inge neemt foto’s. Even pauze.

Foto: Inge Kalle-Den Oudsten

Negatieve feedback

Via de Sarphatistraat komen we in het grote, schaduwrijke Oosterpark (8). Een frisse fonteinvijver, beeldende kunst. Inge wijst op een mooi gebouw, verderop. ‘Musea zijn ook vaak architectonisch mooie gebouwen’, zegt ze, refererend aan haar onderzoek. ‘Die spullen, dat visuele, je kunt er zo lekker wanderen.’ Haar favoriete museum? ‘In Glasgow heb je een mooie, en in Dublin, die zijn veel bezig met publieksbeleving. Ik houd ook van het Rijks, en van Boijmans – een beetje ouderwets, maar zij hebben wel alle mooie kunst.’

 

We komen langs het herdenkingsmonument voor de slavernij. Wat haar irriteert, zegt ze, is dat musea vooral toegankelijk zijn voor de 50-plus-elite. ‘In Engeland zijn alle musea gratis. Daar denken ze: we hebben deze spullen, maar ze zijn van iedereen. Dat zou hier ook moeten.’ Ze denkt even na. ‘Vaak zie je hier musea zonder uitleg, zonder bordjes, en in het museumcafé kost het goedkoopste taartje 5 euro. Jammer, want kunst is zo belangrijk. Ik ken niemand die niet blij wordt van een tafereeltje van winters Nederland.’

 

Ze kijkt veel rond. Naar rennende kindjes, zonlicht op bladeren. We zetten koers richting de parkuitgang, naar de Linnaeusstraat (9). Ik vraag waarom ze zo bewust wil stilstaan bij mooie dingen. ‘Afgelopen jaar ging het minder goed met mij, en met m'n onderzoek’, zegt ze. ‘Ik stak er superveel tijd in, maar kreeg vaak geen reactie, en vooral negatieve feedback. Op de universiteit zijn ze niet zo bezig met geestelijke gezondheid, ze zeggen: schrijf maar gewoon je artikelen.’

‘Ik merk dat ik van Instagram heel apologetisch word. Ik wil er altijd bij zeggen: nee, mijn leven is niet perfect’

‘Daarom houd ik ook zo van wandelen, fotograferen. Ik vind gelukkig mijn onderzoek heel leuk, en kan veel met musea bezig zijn, dat geeft me de drive.’ Bij de Ringdijk kijkt ze op. Er zwemmen zwanen.

Foto: Sterre van der Hee

Instagram-husband-experience

Vanaf de Linnaeusstraat naar Science Park is het groen en rustig. Aan de Oranje Vrijstaatkade (10) zijn cafeetjes en zonnige terrassen, en via het spoorviaduct komen we op de Ooster Ringdijk, dat met de hoge grassen veruit het mooiste stuk van de route is. Althans, van onze route, het boekje slaat hier al rechtsaf, richting Science Park (11). Maar wij moeten nog foto’s maken.

 

Ik krijg de Instagram-husband-treatment, zo hebben we afgesproken. Inge zet mij neer, om zo te laten zien hoe ik haar moet fotograferen. Een strookje natuur, en af en toe een achtergrondfietser. De tas moet af, boekje erbij. ‘Ik ben heel kritisch’, zegt ze erbij. Ik klik, dertig keer, veertig.

 

‘Ik merk dat ik van Instagram heel apologetisch word’, zegt Inge, als we op de terugweg in de hete bus zitten. ‘Ik wil er altijd bij zeggen: nee, mijn leven is niet perfect. Maar als het me niet uitmaakt wat mensen van me vinden, hoef ik dat niet te doen.’ Ze lacht. ‘Dat is ook de truc van het leven. Not giving a shit.’

 

Folia mag één exemplaar van het boekje weggeven. Kijk op folia.nl/prijsvraag om kans te maken.