Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Wim Daneels (cc, via Wikimedia Commons)
actueel

Minister negeert negatief advies Raad van State over halvering collegegeld eerstejaars

Sterre van der Hee,
19 maart 2018 - 16:48

De Raad van State heeft minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur & Wetenschap) geadviseerdLees hier het advies als Word-document. het wetswijzigingsvoorstel om het collegegeld in het eerste jaar van een studie te halveren, in deze vorm niet naar de Tweede Kamer te sturen. Van Engelshoven sloeg het advies in de wind en zond het wetsvoorstel vrijdag naar de Kamer.

Met het voorstel wil Van Engelshoven het wettelijk collegegeld halveren voor alle eerstejaars bachelor- en associate degree-studenten. Dat zou de toegankelijkheid van het hoger onderwijs moet vergroten. Studenten van lerarenopleidingen zouden ook in het tweede jaar de helft minder gaan betalen. Zo wil de minister de instroom van deze opleidingen vergroten en het lerarentekort verder terugdringen. In 2022 wordt een flink tekort verwacht (4.100 fte in het primair onderwijs, 700 fte in het voortgezet onderwijs).

Het is nog onduidelijk hoeveel aspirant-studenten door het verlaagde collegegeld over de streep worden getrokken, stelt de Raad

‘Probleem is onduidelijk’

De Raad van State, die alle wetsvoorstellen toetst, adviseerde het voorstel niet naar de Tweede Kamer te sturen. De Raad vindt het ‘onduidelijk voor welk probleem het voorstel een oplossing biedt’: uit rapportages blijkt dat instroom in het hoger onderwijs na invoering van het leenstelsel is hersteld en dat het leengedrag van studenten niet noemenswaardig is veranderd. Daarbij komt het lerarentekort niet alleen door gebrek aan in- en doorstroom naar lerarenopleidingen, maar ook door de arbeidsvoorwaarden en carrièreperspectief in het onderwijs, stelt de Raad. Het is onduidelijk of halvering van het collegegeld leidt tot een hoger aantal inschrijvingen, en later, tot meer afgestudeerden.

 

Ook is het financiële voordeel relatief beperkt, schrijft de Raad (1.030 euro, of 2.060 voor studenten aan lerarenopleidingen), zeker als je kijkt naar de gemiddelde studiekosten (58.500 euro voor uitwonende studenten, meldt kenniscentrum Nibud). En dan is het nog onduidelijk hoeveel aspirant-studenten door het verlaagde collegegeld over de streep worden getrokken, stelt de Raad. De kosten van de maatregel zouden vanaf 2023 bovendien structureel 175 miljoen euro bedragen. De Raad vraagt zich af of dit wel een doelmatige besteding van overheidsgeld is.

 

Betekenisvol bedrag

Van Engelshoven noemt de duizend euro daarentegen een ‘betekenisvol bedrag’, vooral voor lage inkomensgroepen. De maatregel op lerarenopleidingen noemt zij ‘een stukje van de puzzel die de oplossing is’, waarbij ook andere maatregelen moeten worden toegepast. Zij voerde geen wijzigingen door na het advies, en zond het wetsvoorstel vrijdag naar de Tweede Kamer. Ze hoopt dat studenten die volgend jaar met een studie beginnen al van het voordeel kunnen profiteren.

 

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), belangenbehartiger voor studenten, is geschokt door het negatieve advies van de Raad van State en roept de minister op de wet aan te passen, zo laat de club weten in een persbericht. Het ISO zei al eerder teleurgesteld te zijn dat de basisbeurs niet werd teruggebracht en de rente voor studenten werd verhoogd, en ziet veel meer in het verbreden van de aanvullende beurs van studenten. Voorzitter Rhea van der Dong: ‘Studeren is ontzettend duur, deze maatregel gaat geen verschil maken.’