Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Flora Woudstra
actueel

‘Ik voel de plicht om iets te doen voor anderen’

Flora Woudstra Hablé,
14 maart 2018 - 15:11
Betreft
Deel op

Je kunt volgende week kiezen uit 564 Amsterdammers die gemeenteraadslid willen worden. Wij spreken deze week drie UvA-studenten die in de raad hopen te komen. Vandaag: Lotte Schipper (24, net afgestudeerd in Europese studies), nummer 3 op de kieslijst van het CDA.

Lotte Schipper, import-Amsterdammer vanuit Huizen, werkt op dit moment twee dagen in de week als studentenassistent op de UvA en na de zomer wil ze een master beginnen. Daarnaast is ze ook voorzitter van het CDJA, de landelijke jongerenorganisatie van het CDA, en voert ze campagne. ‘Ik word een beetje nerveus als ik een vrije avond in mijn agenda zie,’ zegt Lotte. ‘Dus ik kan zeker wel langskomen voor een interview.’


Hoe kwam jij op de derde plaats van het CDA terecht?

‘Het lokale CDA vroeg me of ik wilde solliciteren voor een plek op de lijst. Ik heb daar wel even over moeten nadenken. Ik heb veel passie voor het CDA, de politiek en Amsterdam, maar ik wist nog niet zo veel van de stad. Ik woon hier graag, maar ik had helemaal geen ervaring met de lokale issues. Uiteindelijk dacht ik toch: als ze een jong persoon de kans willen geven om op de lijst te staan, dan moet ik die kans pakken. Ik vind het namelijk belangrijk er dat meer jongeren actief zijn in de politiek, met name gemeentepolitiek. Nu ik in de campagne zit, leer ik ontzettend veel over de stad. Ik ben me enorm aan het inlezen.’


Heb je een idee van lokale issues waar je iets aan zou willen doen?

‘Het Amsterdamse prostitutiebeleid. Dat is voor mij echt een doorn in het oog. Een groot deel van de Amsterdamse prostituees zit gedwongen, onvrijwillig achter zo’n raam. Dat zijn vrouwen van mijn leeftijd of jonger die daar elke dag – het klinkt hard – commercieël verkracht worden. Je hoort politici zeggen dat het onderdeel van de stad is. Dat vind ik heel naar. We moeten dit niet in onze stad willen hebben. Het Red Light District is een soort openluchtmuseum waar je vrouwen als aapjes kan bekijken.’


Wat zou je hier concreet aan willen veranderen?

‘Je kunt al klein beginnen door die tours af te schaffen. Die rondleidingen voor toeristen over de Wallen moeten stoppen. Ik zou me daar graag voor inzetten.’
Schipper slaakt een zucht. ‘Een wat luchtiger thema wat ook heel belangrijk is: de woningmarkt. Als starter is het heel lastig om hier een huis te vinden. Ik denk dat het belangrijk is dat jongeren hierover mee gaan denken en dat we kijken naar nieuwe initiatieven, naast gewoon blijven bouwen.’

‘Amsterdamse prostituees zijn vrouwen van mijn leeftijd of jonger die daar elke dag – het klinkt hard – commercieël verkracht worden’

Die betrokkenheid bij dit soort onderwerpen, had je die altijd al?

‘Ja. Ik ben van jongs af aan al geïnteresseerd in de politiek. Ik keek dagelijks met mijn ouders naar het journaal en zag allemaal mannen en vrouwen in pak besluiten nemen over het land. Op mijn zestiende wilde ik journalist worden en liep ik mee met een journalist van Trouw in Den Haag. Dat vond ik fantastisch, maar ik besefte dat ik niet mijn leven lang verslag wilde doen van wat politici besloten. Ik zou die besluiten liever zelf nemen en dan – het klinkt idealistisch – het land een beetje mooier maken.’

 

Hoe koos je uiteindelijk voor het CDA?

‘Als middelbare scholier ging ik een jaar op uitwisseling naar Amerika. Ik zag daar veel dingen die anders zouden moeten: wapenbeleid, de grote kloof tussen arm en rijk, het hoge collegegeld. Ik debatteerde daar veel over met mijn Republikeinse gastouders. Daar begon ik echt te denken dat ik me moet inzetten voor de samenleving en voor het land. Een paar maanden nadat ik terugkwam ben ik op het internet alle politieke programma’s gaan doorkijken en kwam ik bij het CDA uit.’


Je beschrijft jezelf als idealistisch, maar is het CDA dat ook?

‘Ik vind het CDA een hele realistische partij. Ik geef vaak dit voorbeeld: rechts en het liberalisme zijn individualistisch. Om het cru te zeggen is de mentaliteit: zoek het zelf maar uit. Links en het socialisme zeggen dan: de overheid doet het wel. De christendemocratie zegt juist: denk vanuit de samenleving, het individu is belangrijk, als het niet lukt springt de overheid bij. Dat noemen wij gespreide verantwoordelijkheid. Die middenweg trok mij enorm aan.’

‘Ik kon binnen de kortste keren borrelen met Buma en het met Kamerleden hebben over studentenwoningen’

Veel jongeren zijn niet echt bezig met politiek. Hoe zou jij ze overtuigen om toch de politiek in te gaan?

‘Ik denk dat jongeren zich niet goed beseffen hoe dichtbij de politiek staat en dat ze dingen kunnen veranderen. Ik ben lid geworden van het CDA en kon binnen de kortste keren borrelen met Buma en het met Kamerleden hebben over studentenwoningen, bijvoorbeeld. Die Kamerleden staan echt te springen om werkbezoeken vanuit onze jongerenorganisatie. Ze willen weten waar wij tegenaanlopen. Dus als jongere heb je wel degelijk invloed en inspraak.’


Heb je een specifiek voorbeeld van die invloed?

‘Ja. Met het CDJA hebben wij tijdens de laatste Tweede Kamerverkiezingen gepusht voor de terugkeer van de basisbeurs. Toen dat in het regeerakkoord niet lukte, hebben wij tegen onze partij gezegd: terug naar de onderhandelingstafel, die beurs móét terug. Hoewel dat ons uiteindelijk niet lukte, hebben we er wel veel aandacht voor gegenereerd. En de regering kijkt nu naar andere intiatieven om de basisbeurs te vervangen. Persoonlijk hoop ik dat de beurs over vier jaar alsnog terug kan komen.’


Wil jij in de toekomst doorgaan naar de landelijke politiek?

‘Wat ik nu doe vind ik heel erg leuk. Maar ik denk dat ik het wel belangrijk vind om na mijn master ervaring op te doen buiten de politiek. Aan de andere kant, ik ga het nooit helemaal los kunnen laten. Ik voel een beetje de plicht om iets te doen voor anderen. Zeker in dit land, waar we zoveel kansen krijgen. Dan vind ik dat ik ook wat terug mag doen.’

Lees meer over