Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Henk Strikkers
actueel

HvA’ers en UvA’ers moeten incidenten en bijna-incidenten melden én registreren

Dirk Wolthekker,
19 december 2017 - 14:39

Exacte cijfers zijn er niet, maar de Arbodienst constateert dat de digitale registratie van ongelukken of incidenten achterloopt bij de feitelijke melding. ‘Zo is het lastig Arbobeleid te maken.’

Veel medewerkers en studenten gebeurt het weleens: struikelen over een stuk losliggend tapijt, een inbraak in kantoor, een prullenbak die vlam vat of een glijpartij op het besneeuwde voorplein van een van de faculteiten. Medewerkers of studenten maken vaak wel een melding van het incident – meestal via het interne noodnummer vier maal twee voor de UvA en vier maal drie voor de HvA – maar het melden van het incident in het incidentenregistratiesysteem blijft bijna even vaak achterwege.

 

‘Alle incidenten en (bijna-)incidenten in de UvA/HvA-gebouwen moeten worden geregistreerd. Dat moeten mensen zelf achteraf doen,’ zegt veiligheidskundige Danny Wagemaker van de Arbodienst. ‘En dat gebeurt heel vaak niet. Mensen moeten via de veiligheidsportal op het intranet een registratie maken van het incident dat ze hebben meegemaakt of dat ze willen voorkomen. En dat gebeurt te weinig, waardoor het lastig is om precies in kaart te krijgen wat er is gebeurd of zou kunnen gebeuren. De meldings- en registratiesystemen sluiten vooralsnog niet op elkaar aan, zodat een melding niet automatisch leidt tot een registratie. Dat moet iedereen dus zelf doen.’

‘Hoeveel registraties we mislopen weten we niet, maar ik denk een flink aantal bijna-incidenten’

Seksuele intimidatie

Elk van de zeven faculteiten van de UvA heeft een eigen Arbo-coördinator die het gemelde incident afhandelt maar dus ook kan constateren dat de registratie achterblijft bij het aantal meldingen. Daarbij gaat het om relatief zware incidenten, niet om een computer die crasht. Wagemaker: ‘Daarvoor kun je gewoon een call aanmaken. Als het goed is wordt het probleem dan verholpen. Maar als je systeem wordt gehackt zouden we dat wel graag geregistreerd zien.’ Kwesties als seksuele intimidatie of andere gevoelens van onveiligheid hoeven niet te worden geregistreerd via de veiligheidsportal van het intranet. ‘Dat zijn vertrouwelijke kwesties en die kun je één op één in een persoonlijk gesprek aankaarten. Via het incidentregistratiesysteem is overigens wel te zien met welke vertrouwenspersoon je contact kunt opnemen.’

 

Wim de Lange, Arbo-coördinator van de bètafaculteit op Science Park bevestigt dat er te weinig incidenten of potentiële incidenten worden geregistreerd via het veiligheidsportal op het intranet. ‘Er is een verschil tussen het aantal meldingen en het aantal daadwerkelijke registraties. Hoeveel registraties we mislopen weten we niet, maar ik denk een flink aantal bijna-incidenten. Het registreren van incidenten of potentiële incidenten moet tussen de oren van iedereen komen. Alleen dan zullen we ook beter beleid kunnen maken ter voorkoming van incidenten.’

 

De Lange heeft nog wel een voorbeeld. ‘Neem de grote trap in de centrale hal van Science Park. De onderste zes treden zijn in grijs natuurstenen tegels uitgevoerd, dezelfde als op de vloer in de centrale hal. Veel mensen zagen dan niet waar de trap ophoudt en vallen van de laatste treden. Dat vallen van de laatste treden gebeurt vooral bij donker weer omdat dan het contrast vermindert tussen trap en vloer. Zo’n incident moet je dan niet alleen melden, maar ook registreren in het incidenten registratiesysteem. Dat is gelukkig gebeurd en nu hebben we op deze treden witte stippen aangebracht zodat er contrast is ontstaan ten opzichte van de vloer en je weet dat de trap ophoudt.’