Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Bob Bronshoff
actueel

Fiona maakt mode van stofresten: ‘Chance the Rapper inspireert me’

Daan van Acht,
1 november 2017 - 11:04

Fiona Hesse is derdejaars designstudent op het Amfi en heeft al een eigen collectie. Met urban streetwear, gemaakt van afgedankte stof en geïnspireerd op liedjes  van haar favoriete hiphopartiesten, brengt ze haar passie voor hiphop en haar ideaal van duurzame designkleding samen. ‘Op school staat een bak met stofresten, daar haal ik meestal mijn materiaal vandaan.’

Ze is druk, HvA’er Fiona Hesse (20). Heel druk. De derdejaars designstudent aan het Amfi – toch al geen instituut dat bekendstaat om de lage werkdruk of de makkelijk te paaien docenten – werkt momenteel vijf tot zes dagen per week aan haar ontwerpen voor Individuals, het eigen merk van de Amsterdamse modeschool. Haar spaarzame vrije uurtjes brengt ze door op het basketbalveld. Basketbal biedt Hesse als speler van de dames-1 bij vereniging Blue Stars een welkome uitlaatklep naast het drukke Amfi-bestaan. ‘Helaas hebben we gisteren verloren, maar het scheelde slechts een paar punten. En we speelden tegen het beste team uit de poule. Het was ondanks het verlies een goede wedstrijd,’ vertelt ze opgewekt.

‘Hiphopartiesten zoals Anderson .Paak, Frank Ocean en Chance the Rapper inspireren me’

Hesses energieke houding doet haast vergeten dat ze de verantwoordelijkheid draagt voor nog een ander project: haar eigen Mixtape Collection. De naam is een knipoog naar de muziekindustrie; in plaats van verschillende nummers te mixen tot één plaat, verwerkt Hesse uiteenlopende resten stof tot een nieuw, handgemaakt kledingstuk. ‘Op school staat een bak met stofresten, daar haal ik meestal mijn materiaal vandaan, of ik gebruik leftovers van mijn oude projecten. Het is een grotere uitdaging om tweedehandskleding te recyclen, maar het kan zeker. Ik gebruik bijvoorbeeld de revers van een oude blazer voor een nieuw jasje.’ Regelmatig duikt ze daarom een van de vele vintagezaken in die de stad rijk is, of krijgt ze afgedankte kleding van vrienden en mogelijke kopers – die in ruil voor hun donatie tien procent korting krijgen op iets nieuws. Het liefst zorgt Hesse ervoor dat materiaal afkomstig van een oud kledingstuk dat dierbaar was voor de drager terugkomt in de vorm van een borstzakje op een T-shirt, om maar iets te noemen. Elk item dat ze maakt is uniek, ze werkt immers niet met meters van dezelfde stof.

 

Groene garderobe

In het Wibauthuis, waar wegens sluiting van het Amfi-gebouw in de weekenden veel modestudenten aan het werk zijn, vertelt Hesse over haar grote passie: hiphopmuziek. Hiphop vormt een rode draad in haar ontwerpen, haar kleding omschrijft ze het liefst als comfortabele streetwear. Haar T-shirts, sweaters en broeken hebben een wijde pasvorm en zijn gemaakt van zachte stoffen. Ze dragen namen als ‘On my block’, ‘Stay fly’ en ‘Hold tight’. Hesse: ‘Hiphopartiesten zoals Anderson .Paak, Frank Ocean en Chance the Rapper inspireren me. Dat zit ‘m enerzijds in hun kledingstijl, maar ook in het gevoel dat hun muziek bij me oproept. Ze maken soulvolle hiphop. En wellicht spelen hun persoonlijkheden een rol. Ik weet bijvoorbeeld dat Chance the Rapper zich graag hardmaakt voor zijn idealen, en een onderwerp als duurzaamheid vindt hij zeker belangrijk. Het zou geweldig zijn om ooit met zulke artiesten samen te mogen werken.’

Foto: Bob Bronshoff

Duurzaamheid. Ieder jaar wint het thema aan terrein op het Amfi, nu de modewereld steeds kritischer wordt bekeken en het produceren en dragen van duurzame kleding normaler wordt. Hesse zelf hoopt toe te werken naar de ultieme ‘groene’ garderobe: een kledingkast gevuld met zelfgemaakte kledingstukken. Lachend: ‘Voor nu hou ik het nog even bij het kopen van tweedehandskleding, nieuwe kleding van sustainable companies is ook voor mij meestal nog iets te duur. Het is een begin.’

 

Wie Hesse aan het werk ziet – aan de lange tafels in het Wibauthuis, in het Amfi-atelier of op de grond van haar studentenkamer in Zuidoost – snapt waarom een door haar duurzaam vervaardigd kledingstuk kost wat het kost. Hesse maakt al haar stukken met de hand. Het tekenen van een patroon voor een T-shirt kost al gauw twee uur, het maken ervan zo’n vier à vijf uur. ‘En het ontwerpproces voorafgaand aan het tekenen, het opdoen van inspiratie, is niet in tijd te vatten,’ voegt Hesse toe. Al met al valt het trouwens reuze mee, de prijzen die Hesse vraagt voor haar kleding. Een T-shirt kost 55 euro, een sweater of broek ongeveer tachtig euro.

‘In de metro snap ik meestal niets van wat er om me heen wordt gezegd’

Virtual design

Ze komt oorspronkelijk uit een klein dorpje in de buurt van het Duitse Mannheim. Na de middelbare school wist ze al snel dat ze een opleiding tot modeontwerper wilde volgen. Nog even twijfelde ze tussen een Duitse studentenstad dichter bij huis en Amsterdam, maar: ‘In Amsterdam was veel meer te beleven, dus de keuze was snel gemaakt. Deze stad is zo internationaal, in de metro snap ik meestal niets van wat er om me heen wordt gezegd. Ik heb hier ook veel vrienden met verschillende nationaliteiten.’

 

Over het Amfi is ze overwegend positief, al valt de betrouwbaarheid van haar oordeel te betwisten. Lachend: ‘Hoeveel Amfi-docenten lezen dit? Nee, even serieus, ik heb hier vooral geleerd hoe belangrijk het is om te werken met een concept, een theoretisch kader dat de basis vormt voor je ontwerp. Dat zie je bijvoorbeeld terug in mijn eigen Mixtape Collection; ik vertaalde elementen uit de hiphopscene naar het ontwerp van een broek of sweater.’ Natuurlijk, Hesse hoort weleens negatieve verhalen van medestudenten, en Amfi-docenten zijn overwegend hard. Te hard, soms. ‘Vooral wanneer je wekenlang heel veel moeite en passie in een project hebt gestopt en een docent simpelweg zegt: “Meh, I don’t like it.” Dat kan een klap zijn.’

 

Hesse is blij met een recente ontwikkeling binnen het Amfi: studenten van de verschillende richtingen – design, branding en management – worden gestimuleerd om meer met elkaar samen te werken, zoals binnen de minor Individuals. In groepjes wisselen ze ideeën uit over hoe de nieuwe collectie van Amfi’s eigen lijn eruit komt te zien. ‘Branding-studenten hebben over het algemeen veel abstractere ideeën dan de designers. Zij lieten bijvoorbeeld een foto van een spiegelende catwalk aan de designers zien, dat spiegelende effect hebben we nu ook vertaald naar een aantal van de ontwerpen,’ vertelt Hesse.

Foto: Fiona Hesse

Hypercraft

Na Individuals staat Hesses volgende project alweer voor de deur: een stage bij een modebedrijf, het liefst een groot, sportief en innovatief label dat aansluit bij de visie die ze heeft verwerkt in de Mixtape Collection. ‘Ik wil heel graag bij Adidas stage gaan lopen. Daar experimenteren ze al volop met virtual designing, een techniek waarbij kleding op een 3D-avatar wordt ontworpen. Het is zelfs mogelijk om je eigen lichaam te scannen en om te toveren tot avatar. In het vierde jaar van Amfi wordt de minor Hypercraft aangeboden en krijg je les over virtual design. Daar kijk ik nu al naar uit, ook omdat ik denk dat de modewereld uiteindelijk deze kant opgaat en moet blijven innoveren.’

 

Ondanks haar overvolle schema is er bij Hesse geen moeheid of een gebrek aan inspiratie te bespeuren. Integendeel: ‘Ik wil in m’n vrije tijd nieuwe items aan de Mixtape Collection blijven toevoegen. En met een vriendin uit mijn basketbalteam, Giulia, heb ik het al gehad over een mogelijke samenwerking. Zij is kunstenaar en illustrator. Hoe cool zou het zijn om haar tekeningen op stof te bedrukken en er kleding van te maken, het liefst ook weer in de richting van urban streetwear.’

Hesses Mixtape Collection heeft onbedoeld ook een positief effect op haar studie. Aan het einde van het vierde jaar maken de designstudenten een afstudeercollectie. De studenten krijgen carte blanche. Hesse heeft nu al een idee ervoor, ook al moet ze nog ruim een jaar wachten: ‘Mijn plan is om een album van een van mijn favoriete hiphopartiesten te kiezen en elk nummer te vertalen naar een outfit. De songtekst, het verhaal erachter, het gevoel dat het nummer oproept, uit alles kan ik inspiratie putten. I would love that.’