Voorlopig tekort van 9,6 miljoen op UvA-begroting voor volgend jaar
In juli dacht de UvA in 2018 nog quitte te spelen, nu wordt er een tekort van 9,6 miljoen euro begroot. Dat blijkt uit de ontwerpbegroting van de UvA, die ze gisteren publiceerde.
Eerst het goede nieuws: de UvA heeft volgend jaar elf miljoen euro meer te besteden dan dit jaar. De totale begrote baten staan vooralsnog op 648,65 miljoen, inclusief de Rijksbijdrage. De begrote lasten – voor personeel, afschrijvingen, huisvesting en overige – zijn echter begroot op 648,98 miljoen. Het leidt tot een relatief klein tekort van iets meer dan drie ton. Het overgrote deel van het tekort van 9,6 miljoen wordt veroorzaakt door extra investeringen (zes miljoen) en een groter beroep op loon- en prijscompensatie (drie miljoen).
Kritische grens liquiditeit
Ook de zogenoemde meerjarenramingen – een prognose voor de jaren 2019 tot en met 2021 – vertonen steeds voorlopig een tekort: in 2019 een bedrag van 15,4 miljoen, in 2020 een bedrag van 11,88 miljoen en in 2021 een bedrag van 2,8 miljoen. Daardoor nadert de UvA de kritische grens wat betreft haar liquiditeitsratio, oftewel de mate waarin de UvA in staat is uit haar inkomsten haar kortlopende verplichtingen te voldoen.
Op dit moment is die ratio met 0,8 al één van de mindere van de Nederlandse universiteiten, maar deze loopt blijkens de meerjarenramingen in 2021 terug naar 0,47. Dat is, anders dan de UvA vermeldt in haar begrotingDe UvA rondt die quote af naar 0,5, exact de signaleringswaarde., onder de signaleringswaarde voor de Onderwijsinspectie die op 0,5 staat. Als universiteiten daaronder belanden spreekt de inspectie over ‘mogelijke financiële risico’s’. Hierbij moet wel worden gezegd dat het gaat om meerjarenramingen en deze vaak hoogst onzeker zijn.
Wet Studievoorschot
Het tekort van 9,6 miljoen euro voor 2018 blijkt bij naderere beschouwing het verschil te zijn tussen extra te verwachten baten van 3,8 miljoen en extra lasten ter waarde van 13,4 miljoen. Die extra lasten worden onder meer veroorzaak doordat er volgend jaar 4 miljoen wordt uitgegeven vooruitlopend op de opbrengsten van het leenstelsel (een bedrag dat vanaf 2019 weer wordt teruggesluisd door de dan zittende minister van OCW) en 8,6 miljoen aan extra middelen voor de diensten en de bestuursstaf. Van dat bedrag gaat iets meer dan 6 miljoen naar ICT en 1,6 miljoen naar een nieuw personeelsbeleid, hogere salarissen vanwege een nieuwe cao en de aanstelling van de diversity officer.
Nihil
De rekenmeesters van de UvA vermoeden echter dat het ‘realistisch’ is het tekort van 9,6 miljoen na onderhandelingen met de diverse diensten en eenheden voor volgend jaar alsnog terug te kunnen brengen ‘naar nihil’. Met decanen en directeuren zal de komende weken overlegd om dit te bereiken.
Daarna mogen de Centrale Studentenraad en de Centrale Ondernemingsraad voor 30 november hun oordeel vellen over de hoofdlijnen van de begroting. De laatste jaren leverde dat vaak vertraging op. In 2015 weigerden de raden in te stemmen met de N+1-regel en eiste men instemming van alle facultaire raden, vorig jaar was er veel te doen over een bedrag dat de UvA reserveerde voor samenwerking met de VU. Desalniettemin is de planning dat de Raad van Toezicht de begroting goedkeurt in haar vergadering van 20 december 2017.
De hele academische gemeenschap kan de komende weken nog aanbevelingen en suggesties doen ter verbetering van de begroting. Stuur voor 16 november een mail naar de afdeling Concern Control: financienencontrol-bb@uva.nl
