Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Mats van Soolingen
actueel

Wie meer wil als onderzoeker gaat ondernemen

Willem van Ewijk,
23 juni 2017 - 08:00
Deel op

Tientallen onderzoekers van de HvA en de UvA richtten de afgelopen jaren succesvol een bedrijf op. Het is vaak een lastig en traag proces. Waarom zou je als wetenschapper gaan ondernemen?

UvA-spinoff BrainsFirst tekende onlangs een contract met voetbalclub AZ om door middel van hersenscans al vroeg nieuwe supertalenten te ontdekken. Aan het AMC werd een bedrijf opgericht dat problemen bij elektronische pacemakers moest voorkomen. Het zijn maar een paar voorbeelden van onderzoekers die met hulp van Innovation Exchange Amsterdam of het Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE) een onderneming begonnen.

 

Onderzoekers hebben volgens Erik Boer, directeur van ACE, interesse in de mogelijkheid om via hun bedrijf extra onderzoeksgeld verzamelen. Anderen vinden het ‘gewoon leuk om ook in de praktijk bezig te zijn,’ zegt hij. Om de onderzoekers met ondernemersambities een beetje op weg te helpen organiseert ACE – het ondernemerscentrum van de HvA, de UvA, de Vrije Universiteit en de Hogeschool voor de Kunsten dat al een paar jaar kantoor houdt op het Science Park – elke twee jaar een bootcamp van twee weken waarin onderzoekers leren om hun businessplan uit te werken en het te pitchen aan investeerders.

 

Als het idee kansrijk wordt gevonden dan kunnen ze begeleiding krijgen van ACE. Het centrum wordt gefinancierd door de universiteiten en hogescholen en door de gemeente Amsterdam. Sinds de oprichting in 2013 zetten in totaal zestig academici die stap. Veertig daarvan bestaan nog steeds en doen hun zaken inmiddels zonder hulp van ACE.

Foto: Eelco Hofstra
Janine Stubbe

Blessures

Janine Stubbe, tot voor kort lector sportzorg, is het anderhalf jaar geleden gelukt om een plekje te veroveren tussen de tientallen ondernemende onderzoekers. Haar idee om software te ontwikkelen waarmee topsporters hun leefpatroon konden aanpassen om zo blessures te voorkomen, werd door investeerders levensvatbaar genoeg gevonden, dankzij de pitchlessen van het bootcamp.

 

Ook werkte ze onder begeleiding van consultants van Ernst & Young haar businessplan verder uit. Met succes. ‘We werken inmiddels samen met tien betaalde voetbalclubs,’ zegt ze. Archeoloog Kim van Straten kreeg van ACE belastingadvies en maakt gebruik van de juridische begeleiding als ze bijvoorbeeld een contract moet opstellen. ‘Dat zijn allemaal dingen waar ik geen kaas van gegeten heb,’ zegt ze. Van Straten richtte het bedrijf Panoptes op, dat digitale 3D-reconstructies maakt bij archeologische opgravingen. Bedrijven en particulieren moeten die van de wet zelf financieren als er, bij een verbouwing bijvoorbeeld, een archeologische vondst wordt gedaan op hun terrein.

 

Daar mogen ze dan zelf het opgravingsbedrijf bij kiezen. ‘Wij kunnen ze ook nog iets cools meegeven,’ zegt Van Straten. Voor haarzelf is dat ook fijn, ‘anders zijn we altijd de boeman’.

‘Er bleek meer mogelijk dan voor een bank te gaan werken’

Avonduren

Voor de wetenschappers is het nog niet vanzelfsprekend om te gaan ondernemen. Van Straten zegt over haar vakgenoten dat ze vaak ‘timide’ zijn en de voorkeur geven aan ‘het kleinere onderzoekswerk’. Bovendien kost het veel tijd. Vooral in het begin zal een start-up nog niet veel geld opleveren.

 

Velen doen het bedrijfje naast hun reguliere werkzaamheden. Janine Stubbe is in de eerste plaats lector, en moet het vooral van de avonden en de weekenden hebben. Toch zijn ze gemotiveerd genoeg om het te doen.

 

Stubbe zag het als logische stap in de zoektocht naar antwoorden op haar onderzoeksvraag; de data die ze tijdens haar onderzoek naar sportblessures verzamelde kon ze een stuk sneller analyseren als ze daar de juiste software voor had. Ze zou er een apart softwarebedrijf voor kunnen inhuren. ‘Dat kost weer meer geld dan dat ik het zelf doe,’ zegt Stubbe, ‘en ze denken bij die bedrijven nooit als een wetenschapper, dus de kwaliteit is ook minder.’ Ze besloot om het zelf te doen door een bedrijf op te richten en daarvoor bij ACE aan te kloppen.

 

Kim van Straten zegt ‘waanzinnig gepassioneerd’ te zijn door nieuwe technieken. ‘Dat is niet typisch voor archeologen.’ Maar Van Straten gelooft dat ze met die 3D-technieken de betrokkenheid bij het erfgoed kan vergroten.

 

Ze wil tot leven brengen wat er was. Zo maakte Van Straten een kleurrijke 3D-reconstructie van het Geert Grootehuis in Deventer waar bezoekers met een virtual realitybril doorheen konden lopen. Het zorgde voor een toename in het bezoekersaantal. ‘Ineens waren de jongeren daar niet weg te slaan.’

Foto: Mats van Soolingen
Kim van Straten

Studenten

Start-uppers die nog geen wetenschappelijke carrière achter de rug hebben, maken de keuze om te ondernemen weer anders. Econometriestudenten Ruben Spruit en Harro van der Kroft wilden niet zoals de meeste van hun studiegenoten bij een groot consultancykantoor gaan werken, of de wetenschap in. ‘Als je vrienden spreekt die bij een adviesbureau op de Zuidas of bij de universiteit werken zie je zo weinig passie,’ zegt Spruit. ‘Je ziet de ziel gewoon uit hun ogen verdwijnen,’ valt Van der Kroft hem bij. ‘Als ik een loonslaaf ben, dan wil ik mijn eigen loonslaaf zijn,’ besluit hij.

 

Spruit besloot al tijdens zijn studie verder te kijken. Hij deed mee aan een initiatief van de studievereniging waarbij econometriestudenten projecten voor goede doelen gingen uitvoeren. ‘Ik ging aan de slag met marktonderzoek voor een kortingspas in de theaterwereld,’ zegt Spruit. ‘Dat opende mijn ogen; er was meer mogelijk dan voor een bank te gaan werken.’

 

Als econometristen kunnen ze grote hoeveelheden data onderzoeken en bedrijven efficiënter laten werken. Zo onderzoeken ze met hun bedrijfje Delph nu hoe een reder de boten zo kan laten varen dat ze minder brandstof gebruiken. Het werd ze allemaal een stuk makkelijker gemaakt door ACE, dat dit voorjaar het Startup Village opende – een containerdorp op een grasveld achterin het Science Park.

‘Een van de start-ups tekende laatst nog een contract met Tata Steel.’

Container

Voor een relatief lage prijs van 150 euro per persoon kunnen de ondernemende onderzoekers er een container huren. Dit jaar vestigden zich al zo’n 25 bedrijven er, met in totaal zo’n 150 medewerkers. Voor Spruit en Van der Kroft was het de ideale gelegenheid om te proberen hun bedrijfje op te zetten. Ze mogen er maximaal twee jaar blijven. Na die tijd moet het bedrijf op eigen benen kunnen staan en moet het op zoek naar kantoorruimte elders. ‘Veel bedrijven zijn tegen die tijd ook gewoon te groot,’ zegt Erik Boer.

 

(De tekst loopt door onder de foto.)

Foto: Daniël Rommens
Harro van der Kroft en Ruben Spruit willen liever hun eigen loonslaaf zijn
‘Bij ons verdienen ze nog lang niet zoveel als ze bij een McKinsey kunnen verdienen’

Wetenschappelijke hobbels

Volgens Boer moet het makkelijker worden om de stap van wetenschap naar onderneming te maken. ‘Het gaat nog te traag,’ zegt hij. Een kleine groep wetenschappers durft de stap inmiddels te maken, maar de wetenschappelijke omgeving blijft drempels opwerpen. Zo is het voor Spruit en Van der Kroft lastig om goede medewerkers te vinden. ‘Econometriestudenten zijn risicomijdend: ze belopen liever de gebaande paden door bij een groot consultancybedrijf te gaan werken, of in de wetenschap,’ zegt Spruit.

 

‘We zoeken werkstudenten die ook kunnen presenteren, en dat hebben ze tijdens hun studie nooit geleerd,’ zegt Van der Kroft. En als ze getalenteerde studenten hebben met interesse in hun start-up, dan is het moeilijk om die vast te houden. ‘Bij ons verdienen ze nog lang niet zoveel als ze bij een McKinsey kunnen verdienen,’ zegt Van der Kroft.

 

Ook voor Stubbe blijft het lastig. Ze mag de gegevens die haar bedrijf verzamelt wel gebruiken voor onderzoek, maar ze mag de kosten die ze via haar bedrijf voor onderzoek maakt niet dekken met onderzoekssubsidies – terwijl ze andere bedrijven wel op de begroting mag zetten als zogenoemde consortiumpartner.

 

‘We hebben dit gemeld bij de subsidieverstrekker,’ zegt ze. ‘Maar het mag juridisch nou eenmaal nog niet.’ Volgens Erik Boer hoort dat allemaal bij het ondernemen. Als ze dat overwinnen kunnen de bedrijven echt groot worden. ‘Een van de bedrijven uit het bootcamp, IT-bedrijf Scypher, tekende laatst nog een contract met Tata Steel.’