Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
wetenschap

'Prekende wetenschappers helpen niet tegen klimaatprobleem'

Willem van Ewijk,
2 september 2015 - 09:59
Betreft
Deel op

Burgers vertrouwen wetenschappers niet meer op hun woord. Hoe kunnen academici burgers dan toch overtuigen van de gevaren van klimaatverandering? Geoffrey Boulton, emeritus-hoogleraar geologie aan de University of Edinburgh, legt uit.

‘Is mijn buurman Mike geïnteresseerd in wat ik op Antarctica heb gedaan? Jazeker. Hij vroeg me of het koud was, en of ik leuke foto’s had die ik aan hem wilde laten zien,’ zegt Geoffrey Boulton, emeritus-hoogleraar geologie aan de University of Edinburgh, en de laatste jaren vooral bekend door zijn publicaties over de rol die universiteiten moeten spelen in het maatschappelijk debat. ‘Maar hij is niet geïnteresseerd in de details van mijn geofysische technologie en de manier waarmee ik data verzamel.’

Later die dag zal Geoffrey Boulton het academisch jaar openen aan de UvA, met een toespraak in de Lutherse kerk. Nu zit hij in het Maagdenhuis en legt hij uit hoe universiteiten zich veel meer tot het grote publiek moeten richten, en ze moeten vertellen over infectieziekten, de financiële sector, en het onderwerp waar hij zich al dertig jaar mee bezighoudt: klimaatverandering. Boulton spreekt kalm, in kant en klare betogen en hij maakt zijn zinnen rustig af. Met zijn zorgvuldig getrimde witte baard en jeugdige uitstraling heeft de Brit iets weg van de acteur Sean Connery. ‘In Antarctica proberen we te ontdekken hoe stabiel de ijslaag vastzit aan het continent – en of de manier waarop die ijslaag in de oceaan wegzakt de zeespiegel verandert. Dat vindt Mike wel interessant. Hij zal niet zoveel geven om de data waarop ik dat heb gebaseerd. Wat belangrijk is, is dat hij me wél of niet kan vertrouwen.’

Zijn buurman Mike vertrouwt Boulton wel. Maar dat geldt niet voor het grote publiek, legt Boulton uit. ‘Als het gaat om infectieziekten, de bankensector, de stijging van de zeespiegel, zijn er heel veel onderwerpen waar burgers eerst bewijzen willen zien.’ En daar ligt volgens Boulton een probleem. ‘Ik kan mijn onderzoeksgegeven wel zo presenteren dat andere wetenschappers het ook begrijpen. Maar als ik ze aan het grote publiek laat zien, dan begrijpen ze het niet. Dan moet ik veel meer mijn best doen om de achtergrond van de gegevens uit te leggen.’

'Wetenschap begon met het oplossen van simpele problemen'

Chaos
Hoe kunnen wetenschappers dat voor elkaar krijgen? Volgens Boulton wordt dat, hoe verder de wetenschap zich ontwikkelt, steeds moeilijker. Hij legt uit dat wetenschap begon met het oplossen van simpele problemen. ‘Zoals de theorie van de zwaartekracht en de wetten van Newton; allemaal theorieën die uitgaan van geïsoleerde systemen. Maar nu weten we dat de natuur veel chaotischer in elkaar zit dan we destijds dachten. Universiteiten hebben de taak om nog veel meer het grote systeem te overzien, en over klimaatverandering te denken als deel van dat gecompliceerde systeem van de aarde.’

 

‘Zo is het al een paar keer voorgekomen dat er ecosystemen in elkaar zijn gestort. Nog maar dertig jaar geleden behoorden de Labrador Grand Banks De Labrador Grand Banks zijn een aantal plateau's ten oosten van de Canadese streek Newfoundland. Hier komt de koude Labrador stroom samen met de warme golfstroom.tot de rijkste visserijgebieden van de wereld. Binnen tien jaar stortte dat in, en het is nooit hersteld. Dat kwam simpelweg omdat de dynamiek van het ecosysteem was beschadigd door de manier waarop er met die visgronden is omgegaan.’

 

Maar hoe leg je uit dat dit door menselijk handelen komt? Boulton geeft toe dat het steeds moeilijker wordt om bewijs inzichtelijk te maken voor het grote publiek, omdat onderzoek op steeds grotere hoeveelheden gegevens is gebaseerd. ‘Dertig jaar geleden publiceerde ik een artikel over klimaatverandering in Nature. Het onderzoek was gebaseerd op zeven datawaarden. Drie jaar geleden deden we nagenoeg hetzelfde experiment in Antarctica, maar dit keer met moderne techniek waardoor we misschien wel zeven petabytes aan informatie hebben verzameld. Die informatie past zelfs niet in het tijdschrift Nature. De uitdaging is om de informatie beschikbaar te maken op die manier dat anderen kunnen beoordelen of we ons onderzoek goed hebben uitgevoerd. Dat wordt een steeds groter probleem voor wetenschappers.’

Foto: Daniël Rommens

En dan, zegt Boulton is het nog lang niet zo makkelijk om invloed te hebben op het handelen van burgers en politici. ‘Ik ben al dertig jaar met klimaatverandering bezig. We zeiden: “Kijk dit zijn volgens ons de feiten, en dit zijn de conclusies die we daaruit trekken.” We legden dat voor aan organen als het IPCCHet Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is een wetenschappelijke organisatie die in 1988 door de Verenigde Naties is opgericht om klimaatverandering te evalueren. en politici en zeiden: “Daar heb je het, nu is het aan jullie om te handelen”. Misschien hebben we dat wel verkeerd gedaan.’

 

Invloed

‘De bewustwording over de effecten van klimaatverandering begon zo’n vijfendertig jaar geleden. Regeringen, op hun beurt, werden er pas echt zo’n vijfentwintig jaar geleden van bewust. Is er sindsdien echt iets gebeurd om klimaatverandering tegen te gaan? Nee. Waarom niet? Ik denk niet dat het komt omdat universiteiten niet duidelijk genoeg op de gevaren hebben gewezen.’

Burgers hebben hun oude gewoonte van eerbied verloren. We moeten nog meer dan voorheen, open zijn over ons bewijs.

Maar het preken tegenover politici helpt niet, zegt Boulton. En ook burgers willen er niets van weten. ‘Steeds minder burgers zijn bereid te luisteren naar een wetenschapper die tegen ze preekt; die ze vertelt wat het probleem is, dat het zo erg is, en wat er allemaal tegen gedaan moet worden. Ze hebben hun oude gewoonte van eerbied verloren. Nu zeggen ze: “Laat me het bewijs zien, dan kunnen we zelf kijken of het waar is wat je beweert”. Dus we moeten nog meer dan voorheen, open zijn over ons bewijs.’

 

‘Tegelijkertijd is de zogenaamde burgerwetenschap in opkomst. Het onderscheid tussen professionele wetenschap en amateurs – mensen die geen universitaire opleiding hebben gedaan – wordt uitgehold. Mijn vrouw draagt bij aan een groot onderzoek in het Verenigd Koninkrijk naar de afsterving van de esdoorn. Iedere maand stuurt ze een rapport over de bomen die zij observeert aan het ministerie van milieu in Londen. Daar worden alle data gecombineerd en teruggestuurd naar de mensen die aan het onderzoek meedoen.’

'Mensen nemen geen advies meer aan van een of andere wetenschapper in een toga op een universiteit.'

Kranten
Boulton wil maar zeggen, iedereen houdt zich bezig met wetenschap, dus het grote publiek is niet meer voor een gat te vangen. Daardoor moeten wetenschappers niet alleen opener zijn over hun onderzoeksgegevens, ‘het moet, zoals sommige mensen zeggen, een coproductie van kennis zijn. Ik kan bijvoorbeeld niet naar een inuït in het Westen van Groenland gaan en zeggen dat klimaatverandering voor verschrikkelijke problemen gaat zorgen en dat hij daar iets tegen moet doen. In plaats daarvan moet ik hem vertellen wat ik heb onderzocht, en hem vervolgens vragen hoe hij tegen het probleem aankijkt.’

 

'Wetenschap moet een co-productie zijn tussen universiteit en publiek'

‘Ik denk dat het empirisch experiment alleen maar beter wordt als je mensen erbij betrekt. Omdat mensen dan mede-eigenaar worden van die kennis gaan ze ernaar handelen (door klimaatverandering tegen te gaan, red.). Het is enorm belangrijk voor de moderne wetenschap dat we die kant opgaan. Mensen nemen geen advies meer aan van een of andere wetenschapper in een toga op een universiteit.’

 

Boulton geeft toe dat het erg arbeidsintensief is: ‘Het probleem is dat, als we alle wetenschapsgebieden op die manier toegankelijk willen maken voor het grote publiek, wetenschap morgen zou ophouden te bestaan. Dan zijn we de hele tijd alleen maar bezig met die vertaalslag.’

 

Hoe kiezen we dan de onderwerpen waarmee we dat doen? ‘Kijk in de kranten. Er wordt bijvoorbeeld veel geschreven over nieuwe behandelmethodes van allerlei ziektes, over infecties, over onderwijs en over klimaatverandering. Dat zijn allemaal onderwerpen waar het publiek kennelijk meer over wil weten. We moeten heel hard werken om onderzoek te doen naar die onderwerpen. En wel op die manier dat we op een veel fundamentelere manier burgers, politici en belangengroepen bij ons werk betrekken.’

Lees meer over