Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Hypergio (cc, via Wikimedia Commons)
wetenschap

‘Tribunalen zijn slecht in het schrijven van geschiedenis’

Dirk Wolthekker,
19 oktober 2017 - 14:08

Historicus en jurist Thijs Bouwknegt deed onderzoek naar de mate waarin oorlogs- en genocidetribunalen geschiedenis schrijven. ‘Alleen al het archief van het Joegoslavië Tribunaal bevat negen miljoen documenten.’

‘Tribunalen beloven vaak vrede, verzoening en waarheid, maar uit mijn onderzoek is gebleken dat het vaak niet om de historische waarheid gaat, maar om het beste, of spannendste verhaal. Tribunalen zijn daarom slecht in het schrijven van geschiedenis en moeten in de toekomst modester zijn in wat ze beloven.’ Dit zegt historicus en jurist Thijs Bouwknegt (1979), onderzoeker aan het Niod en docent genocidestudies aan de UvA. Hij promoveert deze week op het onderzoek Cross-examining the past. Transitional justice, mass atrocity trials and history in Africa.

 

Bouwknegt richtte zich op juridische en historische waarheidsvinding met betrekking tot massaal geweld en genocide in Afrika. In het bijzonder onderzocht hij de internationale strafprocessen in de nasleep van de burgeroorlog in Sierra Leone (1991-2002), de genocide in Rwanda (1994) en het conflict in de Democratische Republiek Congo (2002).

 

Wat heb je precies onderzocht?

‘In essentie heb ik onderzoek verricht naar de vraag in hoeverre internationale tribunalen bijdragen aan het vaststellen van de geschiedenis van en over een bepaald conflict. Ik heb dat gedaan aan de hand van verschillende Afrikaanse strafzaken bij het Internationaal Strafhof in Den Haag, het Rwanda Tribunaal en het Speciale Hof voor Sierra Leone. De tribunalen spreken natuurlijk recht, maar de aanklagers voorzien hun aanklacht van maatschappelijke en historische context. Die wordt aangedragen door journalisten, sociologen, antropologen en historici, maar ook door gewone burgers die als ooggetuigen bij het conflict aanwezig waren.’

‘Rechters velden uiteindelijk een oordeel dat niet het algemeen aanvaarde verhaal over de geschiedenis bevestigde’

Dat zijn burgers die zich dat jaren later nog gedetailleerd herinneren.

‘Dat is juist het punt. Om een voorbeeld te noemen: de genocide in Rwanda vond plaats in 1994, maar volgens allerlei getuigen en experts was die genocide rond 1990 al bedacht en voorbereid. Het probleem met de getuigen was dat ze putten uit hun herinnering, maar die is vaak aan verandering onderhevig. Het bewijs op basis waarvan de geschiedenis wordt geschreven – getuigenverhalen – is dus vaak onvoldoende, waardoor rechters uiteindelijk een oordeel velden dat niet het algemeen aanvaarde verhaal over de geschiedenis bevestigde, zoals ook bij dit tribunaal gebeurde. Tribunalen beloven vaak vrede, verzoening en waarheid, maar uit mijn onderzoek is gebleken dat het vaak niet om de historische waarheid gaat, maar om het beste, of spannendste verhaal. Tribunalen zijn daarom slecht in het schrijven van geschiedenis en moeten in de toekomst modester zijn in wat ze beloven. Dat leidt waarschijnlijk tot minder teleurstelling onder bijvoorbeeld slachtoffergroepen, uit wiens naam recht wordt gesproken.’

 

Als tribunalen in hun vonnissen toch weinig rekening houden met de historische context, dan kan dit toch net zo goed worden afgeschaft?

‘Ze houden er wel rekening mee, vooral met de gemeenschap van slachtoffers, maar uiteindelijk draait het om het vervolgen, berechten, veroordelen en zonodig bestraffen van oorlogsmisdadigers. Dat is al een gigantische opgave.’

 

Wat vond je het meest interessant aan je onderzoek?

‘Sinds 2004 ben ik in allerlei hoedanigheden betrokken geweest bij verschillende strafprocessen, als onderzoeker, correspondent en proceswaarnemer. De getuigenverhalen die ik hoorde intrigeerden, maar ze waren ook problematisch doordat ik me steeds afvroeg wat er over zou blijven van soms twijfelachtige getuigenissen.’

 

Je was ook zelf in de landen die je onderzocht?

‘Ik woonde als verslaggever van de Wereldomroep of als waarnemer namens Amnesty International veel genocide- en andere processen bij, zoals de internationale straftribunalen voor het voormalige Joegoslavië, voor Rwanda, voor Sierra Leone, voor Cambodja en voor Libanon. Ik was bij het Internationaal Strafhof, nationale rechtbanken in Europa en Afrika en bij zittingen van de Waarheids- en Verzoeningscommissie voor Liberia. Voor mijn promotieonderzoek was het soms heel lastig om precies te achterhalen op basis van welke materialen de tribunalen hun oordeel velden.’

 

Waarom?

‘Er is ten eerste ondoenlijk veel archiefmateriaal, waardoor het soms lastig is het kaf van het koren te scheiden. Zo bevat bijvoorbeeld het archief van het Joegoslavië Tribunaal negen miljoen documenten. Ten tweede is veel materiaal van lopende processen vaak vertrouwelijk, ook voor wetenschappers. Van het Rwanda Tribunaal bijvoorbeeld vond zeventig procent van de zittingen plaats achter gesloten deuren om de privacy van de betrokkenen te beschermen.’

 

Thijs Bouwknegt hoopt vrijdag 20 oktober om 11 uur in de Aula - Oude Lutherse Kapel te promoveren op zijn proefschrift Cross-Examining the Past. Transitional Justice, Mass Atrocity Trials and Histoty in Africa.