Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Alf van Beem (cc, via Wikimedia Commons)
wetenschap

Deze promovendus verkocht kaas op de markt voor zijn onderzoek

Eva Hofman,
4 oktober 2017 - 09:36

Antropoloog Freek Janssens heeft de afgelopen zes jaar onderzoek gedaan naar de rol van markten in drie grote steden: Amsterdam, Istanbul en Londen. Daarvoor stond hij een half jaar met een eigen kraam op de Dappermarkt. Wij vroegen hem wat hij ervan leerde.

Wat heb je onderzocht?
‘Mij viel op dat nieuwe markten zoals de Foodhallen in Amsterdam-West groeiende populariteit genieten, terwijl bestaande markten als de Albert Cuyp en de Dappermarkt aan terrein verliezen. Dat is niet alleen zo bij bezoekers, maar ook bij politici en beleidsmakers. Die paradox wilde ik onderzoeken.’

‘Ik leefde met de marktlui mee als het ging regenen, maar ook met hun onzekerheid over de toekomst van de markt’

Hoe heb je dat gedaan?
‘Ik heb een half jaar wekelijks met mijn eigen kraampje op de Dappermarkt gestaan. Uit een eerder onderzoek kende ik Italiaanse schapenherders, dus ik heb hun kaas, brood en vlees verkocht. Op de markt leerde ik met welke spanningen marktkoopmannen omgaan. Ik leefde met ze mee als het ging regenen, maar ook met hun onzekerheid over de toekomst van de markt, die steeds minder wordt bezocht.
In Istanbul heb ik meer gefocust op het netwerk van markten. Daar ben ik telkens met koopmannen meegegaan naar verschillende markten. De overheid is daar actief bezig met het sluiten van kleine markten, maar tegelijkertijd worden er wel dure markten in nieuwe winkelcentra geopend.
In Londen is er een strijd bezig tegen het sluiten van oude markten. Ik heb me er ondergedompeld in de actiegroep die tegen dat soort beslissingen van de gemeente vecht. Zo heb ik telkens een andere dimensie van het issue onderzocht.’

 

Tot welke conclusies heeft je dat gebracht?
‘Nieuwe markten zoals de Foodhallen zijn motors van de gentrificatie, ze creëren yuppenwijken. Op al bestaande markten komen ook yuppen, maar ook andere mensen uit de buurt, immigranten, mensen uit de provincie. Daardoor zijn bestaande markten belangrijk voor de ontwikkeling en het bewaren van het publiek domein, waar mensen die niet zoveel met elkaar hebben elkaar toch tegenkomen. De nieuwe markten zijn veel exclusiever en duurder, daar komt niet iedereen. Eigenlijk is zo’n nieuwe markt alleen een attractie die eruitziet als een markt.’

 

Beperkt het zich tot de drie steden die je hebt onderzocht?

‘Nee, ik had net zo goed in New York of Rio de Janeiro kunnen gaan staan. Je ziet in de invulling van grote steden dat de publieke functie minder belangrijk is. Het onderzoek dat ik naar deze drie steden heb gedaan is ook niet vergelijkend. Ik onderzoek het fenomeen alleen aan de hand van deze drie cases, ik vergelijk de steden verder niet.’

 

Freek Janssens hoopt vandaag om 12 uur te promoveren op zijn proefschrift The Politics of Public Domain: Ethical Urbanism around Marketplaces in London, Amsterdam & Istanbul. De promotieplechtigheid vindt plaats in de Agnietenkapel.