Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Rob Croes (Anefo)
wetenschap

Je leert niet méér van een docent met een positieve studentevaluatie

Sterre van der Hee,
14 augustus 2017 - 16:11

Het vermeende verband tussen studentevaluaties en effectiviteit van docenten bestaat niet, schrijven onderzoekers van de Mount Royal University in Canada. Zij analyseerden bijna honderd eerdere studies naar dat verband.

Studenten leren niet méér van docenten met positieve studentevaluaties, stellen onderzoekers van de Mount Royal University in het Canadese Calgary. De onderzoekers analyseerden bijna honderd studies en bekeken eerdere meta-analyses. Uit hun onderzoek bleek: de vermeende correlatie tussen studentevaluaties en effectiviteit van de docent, zoals die zo vaak is ‘aangetoond’, bestaat niet.

 

De studentevaluatie – in het Engels Student Evaluation of Teaching (SET) – wordt sinds de jaren zestig en zeventig veel gebruikt. Het is een vragenlijst waarmee studenten de effectiviteit van de docent en de cursus kunnen beoordelen, vaak op een schaal van 0 tot 5. De vragen gaan over de kennis van de docent, zijn of haar enthousiasme, of over het algehele beeld van de cursus. Onderwijsinstellingen verzamelen SET’s vaak om ze te vergelijken met het gemiddelde van de instelling of de onderwijssectie.

Een probleem is dat niet iedereen zelf kan inschatten hoeveel-ie geleerd heeft

SET’s worden gezien als een simpele (en goedkope) manier om studenten te betrekken bij de evaluatie van onderwijsinstellingen. Critici stellen daarentegen dat SET’s slechts student-tevredenheid meten. Of de student tevreden is, hangt af van allerlei factoren: of-ie betrapt is op plagiaat, bijvoorbeeld, of de werkgroep te groot vindt. Of dat hij liever geen ochtendcolleges volgt.

 

Ongefundeerd

Het idee van de correlatie tussen SET’s en effectiviteit van docenten is wijdverbreid en wordt onderbouwd door eerdere meta-analyses en multisection studies. In deze onderzoeken werden studenten willekeurig ingedeeld in gelijksoortige klassen met gelijksoortige docenten, waarna ze een SET moesten invullen en een tentamen moesten maken. De studies toonden allen een ‘kleine tot gemiddelde’ correlatie tussen SET-scores en de tentamenscores.

 

Die resultaten zijn ongefundeerd, zeggen de Canadese onderzoekers, die bijna honderd multisection studies bekeken. De studies onderzochten vaak kleine groepen (tien klassen of minder), waardoor er ‘voodoo’-resultaten ontstonden: extreem hoge of juist extreem lage correlatiescores. Daarbij twijfelen de Canadese onderzoekers aan de gebruikte methodes. Het is vrijwel onmogelijk om studenten willekeurig in te delen, zeggen zij, want de groep heeft nooit een eenduidig kennis- of intelligentieniveau. Het is dus geen neutrale groep proefpersonen.

 

Gebrek aan kritiek 

Een ander probleem met SET’s is dat niet iedereen zelf kan inschatten hoeveel-ie geleerd heeft. Het vermogen om leerprestaties te beoordelen is afhankelijk van het individu – zo schatten ongeschoolden zichzelf vaak hoger in en hoogopgeleiden zichzelf juist lager. Bij het onderzoek dat deze externe factoren wél meeneemt, is de correlatie tussen SET’s en effectiviteit van de docent gelijk aan 0.

 

De Canadese onderzoekers noemen het ‘verbazingwekkend’ dat de resultaten van de multisection studies niet eerder zijn bekritiseerd, zeker omdat sommige studies al tientallen jaren oud zijn. De onderzoekers adviseren onderwijsinstellingen dan ook om SET’s niet meer te gebruiken als meetinstrument voor of docenten veel kennis overbrengen.

Lees meer over