Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Albert Cordina
opinie

Lekker stereotyperen | Het sporterslichaam

8 februari 2016 - 12:41
Betreft
Deel op

We vroegen aan onze stagiair aan welke sport hij deed. ‘Ik heb het lichaam van iemand die drie keer per week zwemt,’ zei hij, ‘dus zwem ik drie keer per week.’ Zo hadden we er nog niet naar gekeken. Al maanden deden we verwoede pogingen ons fitnessabonnement te verzilveren door een bezoek aan de sportschool te brengen. Maar we voelden ons zo schriel in die haltershirts. Het werd tijd voor een sport die wel bij het esthetisch potentieel van ons lichaam paste.

‘Wat denk je, zou dat zwemmen ook wat voor onze body zijn?’ vroegen we, terwijl we onze borstpieren aanspanden en onze schouders rechtten. ‘Nou,’ aarzelde onze stagiair, ‘mijn moeder heeft elke donderdag een hardloopklasje. Misschien is dat meer wat voor jullie?’ We weten nog steeds niet zeker of hij ons in de maling nam, maar we haalden wel een joggingbroek, een stel tennisschoenen en ons jaren-negentig-Litmanen-shirt uit de onderste la, en op een niet al te koude avond in januari gingen we naar het Vondelpark.

 

We waren even bang dat we de enige mannen waren, maar toen stopte er een Vespa met een trainer erop voor onze neus. Nog voor hij zijn helm af had gezet, haalde hij al zijn hand door zijn coupe soleil. ‘Vandaag gaan we echt hard werken,’ zei hij, op een veel te alledaagse toon. ‘Nou, kom op, aan de slag!’ Iedereen knipte hun lampjes aan en zette koers naar de bankjes bij de die grote boom. ‘Hey Jari’s’, riep hij, ‘hebben jullie geen licht?’ We draaiden onze nummer 10-shirts om en keken hem vragend aan. ‘En wordt het niet tijd dat jullie wat fatsoenlijke hardloopkleren kopen?’ Hoofdschuddend legde hij zijn arm op onze schouders. ‘Ga maar. Volgende week verschijnen jullie goed voorbereid op de training.’

Foto: will_cycling (cc, via Flickr)
Een volleerde berggeit met literair lichaam

We wisten wat ons te doen stond. Struinend door de sportwinkel gingen we op zoek naar een paar hardloopschoenen dat bij onze nieuwe Hema-lampjes paste. Toen we de verkoper om advies vroegen, keek ze moeilijk. Zij nam ons even in zich op. ‘Ehm, niet lullig bedoeld hoor. Maar ik weet niet of hardlopen wel iets voor jullie is. Ik bedoel, jullie hebben echt van die literaire lichamen.’ Trots keken we in de spiegel. Dat vonden we eigenlijk ook wel. Ze nam ons mee naar het magazijn, en haalde uit een oude doos twee wieleroutfits tevoorschijn.

 

Toen we onze onderbroeken uit hadden en onze fietsbroeken pasten, deden we onze ogen dicht. We zagen ons al door de polder suizen: we sneden een bocht aan, stonden even op de pedalen en haalden, alsof het ons helemaal geen moeite kostte, zo een hele groep senioren op elektrische fietsen in. Nog voor de zomer zou ons lichaam door al die tegenwind zo sterk zijn geworden, dat we een vakantie naar de Alpen konden boeken. We zouden dansend, als volleerde berggeiten, de cols oprijden. Eenmaal beneden zouden we onze schoenen losklikken, het terras op schuifelen en een cola bestellen. Bij de eerste slok zouden we leven door onze aderen voelen stromen – op een manier die zelfs Bert Wagendorp met geen pen zou kunnen beschrijven.

Lees meer over