Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Vincent van Gogh
opinie

De afbakbroodvreters

30 november 2015 - 11:49
Betreft
Deel op

Onze huisgenoten zaten op groene bierkratten in een kring aan het avondmaal. De salontafel stond vol met plastic kuipjes met aioli, guacamole, krabsalade, Surinaamse eiersalade en andere dipbare producten uit de aanbiedingsfolder. Toen ze ons vroegen om erbij te komen zitten, sloegen we beleefd af. Eenmaal uit het zicht schudden we ons hoofd. Als wij met dat soort producten door de supermarkt zouden lopen, hoopten we maar dat we geen bekenden tegen zouden komen. En bovendien stonden we net op het punt om naar de crossfit te gaan.

Toen we terugkwamen hield Jesse, in zijn overhemd met blauwe en beige ruiten, het fornuis bezet. We kwamen dichterbij om te kijken of we roken wat we dachten te ruiken, maar op dat moment plonste Jesse een bol mozarella in de tomatensaus, en deinsten we terug uit angst dat de geur van goedkope tomatensaus zich zou vermengen met onze frisse zweetgeur. ‘Nou ja,’ merkten we op, ‘het is in elk geval beter dan die voorverpakte carbonarasaus voor in de magnetron die je laatst had.’ ‘Wat voor saus bedoel je? Was ik dat?’ antwoordde Jesse, terwijl hij stukken paprika in zijn saus liet glijden.

 

We hadden inmiddels lang genoeg in ons studentenhuis rondgelopen om te weten dat het met de voeding abominabel gesteld was. Stonden ze hier wel stil bij wat ze allemaal in hun mond schoven? Als we het echt niet meer volhielden tussen de kant-en-klaarmaaltijden en koolhydraten, dan trokken we naar het dak, waar we ons de gemeenschappelijke moestuin hadden toegeëigend. Daar teelden wij louter oergroenten.

 

Aan het weer te zien werd het langzaam tijd om te oogsten, dus gingen we naar boven om te kijken hoe het er bij lag. Boven aangekomen haalden we een stel kookbloggers en wat ongedierte tussen de groenten vandaan. Nadat ze afgelopen lente met een gecentrifugeerde groenterisotto onze smaakpapillen de oorlog hadden verklaard, vermoedden we dat ze ook nu kwaad in de zin hadden.

 

We trokken een winterpeen uit de grond. Beneden gekomen vermanden we ons, en zetten onze stoompan op het pitje naast Jesses pastasaus. De schil lieten we om de peen, en we zouden deze niet langer dan zes minuten in de pan laten, om zoveel mogelijk vitaminen te behouden. We dienden onszelf de wortel op met zilvervliesrijst en ongezouten cashewnoten. Zwijgend vermaalden we elke hap vierentwintig maal alvorens te slikken. Zo vond dit powerfood langzaam maar doeltreffend haar weg naar onze bloedvaten.

 

Op de achtergrond hoorden we de afbakbroodvreters lachen. Schamper keken we naar de lege kuipjes. Ook Jesse had aansluiting gevonden en maakte – toen hij zijn pasta op had – met een overgebleven stukje brood zijn bord schoon. Over dertig jaar zou het lachen ze wel vergaan als ze hun dadbud moesten meeslepen naar de afdeling chirurgie omdat vanwege medische redenen een maagverkleining ontontkoombaar werd. Dan zouden ze naar ons gezonde lichaam kijken en wensen dat ze niet zo vaak gezondigd hadden.

 

Onze huisgenoten nodigden ons nog uit voor een kaartspelletje, maar dat leek ons niet verstandig, zo kort na het eten. Iedereen weet namelijk: zitten is het nieuwe roken. We klommen dus nog even op de loopband voor een avondwandeling van 5 km/u.

Lees meer over