Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
opinie

Het Spinhuis-gevoel

16 november 2015 - 16:58

Vroeger scheen er in een UvA-gebouw ergens op De Wallen een door studenten gerunde vrijplaats te zijn, waar je je echt thuis kon voelen. Als we op de sociologie- of antropologieafdeling rondlopen horen we soms nog een weemoedige stem iets verzuchten over de ongeorganiseerde gezelligheid van de common room in het Spinhuis. Die Spinhuis-gevoelens haalden zelfs de pers. Zo zei een van de studenten: ‘Ik voelde me gelijk thuis. (…) Als je binnenkomt, voel je je gelijk prettig en heb je het gevoel dat hier alles kan, dat je je jezelf kan zijn, op zo’n vrije manier.’ We wilden weten of we ons in het nieuwe gebouw op Roeterseiland ook zo thuis zouden kunnen voelen.

Daar konden we maar op één manier achter komen: door in ons meest comfy huispak het imposante B/C-gebouw binnen te stappen. Dus deden we ons comfortabele Donald Duck-kostuum aan, bestaande uit een makkelijk zittend jasje en een kek hoedje. En dat was het wel zo’n beetje. Onze treurwilg wiegde kalm en ongedwongen tussen onze benen heen en weer toen we de bewaker een goedemorgen wensten. Hij zal vast niet goed in zijn vel gezeten hebben, want hij keek ons glazig aan en groette niet terug.

 

Toen we de lift instapten viel ons de beleefdheid van de andere aanwezigen op. Allemaal deden ze een stap opzij om ons de ruimte te geven en op de eerste verdieping stapte iedereen ook meteen weer uit. Daar schrokken we een beetje van. Lag het aan ons? We meenden iets van afkeer in hun blikken te bespeuren. In Het Spinhuis had vast niemand opgekeken van een penis meer of minder. Maar misschien zagen we er gewoon wat onverzorgd uit. Dus gingen we snel de wc in om te kijken of we onze voorhuid wel netjes over onze eikel heen hadden getrokken.

Het vel zag er dan misschien wat kreukelig uit, maar de boel was keurig bedekt. Het zou natuurlijk ook aan ons schaamhaar kunnen liggen. We hadden het bijgeknipt, maar niet geschoren. Mogelijk was het uit de mode en liepen alle hippe Amsterdamse studenten tegenwoordig met een opgeschoren kruis en een kuif in het midden. We moesten onze trimmer maar weer eens van zolder halen. Maar modieus of niet, we concludeerden dat we in elk geval niet voor lul liepen. De afkeurende blikken hadden we ons vast ingebeeld.

 

In de lunchpauze kochten we op De Brug een broodje. De cateringmedewerker staarde, terwijl hij vroeg wat we wilden hebben, naar beneden. ‘Hallo,’ zeiden we lichtelijk geïrriteerd. ‘Hallo!? Wat zijn dit voor manieren? Heb tenminste de beleefdheid om ons aan te kijken als je onze bestelling opneemt!’

 

Los van dit akkefietje konden we tevreden terugkijken op onze dag. We hadden ons op een vrije manier helemaal onszelf gevoeld. Als je er zelf maar wat van maakt, kun je je blijkbaar ook op de Roeterseilandcampus thuis voelen. Daar heb je helemaal geen gebarsten mokken met koffiesporen van de vorige gebruiker voor nodig. In de tram naar huis jeukten onze testikels enorm van de kriebelige tramstoelenstof. Om onze beide ballen wat lucht te geven zetten we onze voeten op het bankje tegenover ons, zodat ze even frank en vrij konden hangen. De conducteur keek naar beneden, knikte en vroeg: ‘Doen jullie dat thuis ook?’ We zeiden ja meneer en sorry meneer, en haalden onze voeten van de bank.

Lees meer over