Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Het rendementsdenken maakt de UvA kapot, betoogt Gunnar de Haan, voorzitter van de Facultaire Studentenraad der Geesteswetenschappen. Hij roept op tot verzet. 'Het onderwijs dreigt verminkt te worden'.

De kwaliteit van het onderwijs aan de Universiteit van Amsterdam staat onder druk. Zwaar onder druk. Dat is niet verwonderlijk aangezien het College van Bestuur (CvB) van de UvA meer inzet op kwantiteit dan op kwaliteit. De financiële kaders van de universiteit, zoals geschetst door het CvB, zijn een schrijnend voorbeeld van dit rendementsdenken. Onderzoek, maar vooral onderwijs, moet wijken voor bezuinigingen; zelfs opleidingen lijken hun leven niet meer zeker. Rendement gaat boven alles.

Zwijgen
Dit is duidelijk te zien bij de universiteitsbrede invoering van de semesterindeling – beter bekend onder de noemer 8-8-4 – die ondanks hevig protest van de faculteiten op stalinistische wijze werd ingevoerd. Om de faculteiten zover te krijgen, werd door het CvB gebruikgemaakt van een financiële stimulans. Nu, een aantal jaar na dato, blijkt dat 8-8-4 inderdaad de kwaliteit van het onderwijs schaadt. Het blijft echter angstvallig stil in het Maagdenhuis.

Ondanks het feit dat de decaan van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FdR) het invoeren van 8-8-4 de grootste bestuurlijke misser uit de geschiedenis van de UvA noemt, de decaan van de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) stelt dat het overduidelijk is dat de kwaliteit van het onderwijs geschaad wordt door 8-8-4 en er op de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) een – geheim – rapport bestaat dat dezelfde conclusies trekt, blijft het CvB zwijgen.

Happy few
Ook de invoering van het bindend studieadvies (bsa), een andere impopulaire rendementsmaatregel, deed veel stof opwaaien op de verschillende faculteiten. Op de FGw leidde dit zelfs tot een geschil tussen de studentenraad en het faculteitsbestuur. Hoewel de studentenraad in het gelijk werd gesteld, werd uiteindelijk ook op deze faculteit een bsa ingevoerd, zij het in een meer humane vorm. Nu Den Haag het mogelijk heeft gemaakt voor universiteiten om bij masteropleidingen selectie-eisen te stellen voordat bachelorstudenten worden toegelaten, staat de UvA te trappelen om deze eisen in te voeren.

Al deze maatregelen moeten ertoe leiden dat studenten sneller afstuderen en de universiteit meer geld voor ze vangt. Een langstudeerder kost alleen maar geld. Het CvB jaagt het liefst studenten binnen drie jaar door hun bachelor heen. De happy few die tijdens deze drie korte jaren de indruk hebben kunnen wekken dat ze een master in één jaar kunnen afronden, krijgen de mogelijkheid om in één jaar nog wat extra informatie door hun strot geduwd te krijgen, om vervolgens met minimale voorbereiding de arbeidsmarkt op te worden geslingerd.

Onstilbare honger
Hoewel de faculteiten – niet geheel vrijwillig – deze rendementsmaatregelingen hebben ingevoerd, is het voor het CvB nog niet genoeg. De honger naar rendement, of ‘studiesucces’, zoals dit vaak verkocht wordt naar de buitenwacht, lijkt onstilbaar. Hoewel het effect van deze maatregelen de komende paar jaar nog te bezien valt, worden deze wel financieel doorgerekend aan de faculteiten. Het gevolg is dat de FdR en FGw respectievelijk vijf en tien miljoen euro moet bezuinigen en beide hierdoor gedwongen worden tot een grootschalige reorganisatie. Aangezien het hier faculteiten betreft die voornamelijk gericht zijn op onderwijs, is het duidelijk wie wederom het kind van de rekening wordt.

Overigens staan ook de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG) en de Faculteit der Economie en Bedrijfskunde (FEB), de andere twee onderwijsrijke faculteiten, op de tocht. Ook hier dreigen grote financiële tekorten te ontstaan. De reden hiervoor is noch beleidsmatig noch visionair. Het is een verouderde systematiek voor het verdelen van de gelden: het allocatiemodel. Een ambigu, achterhaald en dysfunctioneel model dat resulteert in dubieuze ‘beleidspotjes’.

Stilte doorbreken
Hoewel de overheidsgelden bestemd voor onderwijs met bijna acht miljoen gestegen zijn ten opzichte van vorig jaar, en in 2017 en 2018 ook nog eens een overschot verwacht wordt op dezelfde post, zijn de onderwijsrijke faculteiten toch de sigaar. Zij worden geconfronteerd met de opdracht te snijden in onderwijs, wat de facto betekent: het schrappen van banen en opleidingen. Men noemt dit een ‘rationalisering van het opleidingsaanbod’, waar het woord ‘ridiculisering van het onderwijs’ meer op zijn plaats lijkt te zijn. Alle bestuurders van de UvA zijn het erover eens dat het allocatiemodel aan verandering toe is; zelfs het CvB is deze mening toegedaan. Maar de daad wordt niet bij het woord gevoegd – wederom blijft het angstvallig stil in het Maagdenhuis.

Nu het onderwijs aan onze universiteit ernstig verminkt dreigt te worden is het tijd om deze muur van stilte te doorbreken. Studenten, docenten, onderzoekers, medewerkers en bestuurders moeten met spoed om de tafel gaan zitten om de UvA te verlossen van dit schadelijke model en een systematiek te creëren die onze universiteit in stand kan houden. Vertel ons niet dat het ons aan realiteitszin ontbreekt wanneer wij opkomen voor het onderwijs. Vertel ons niet dat het nu niet de juiste tijd is om deze verandering door te voeren. Want wanneer het gaat om de kwaliteit van ons onderwijs is het altijd de juiste tijd.