De Week | Don’t mention the tent
Als je er niet over praat, bestaat het niet. Het is een wijze les van bestuurders, woordvoerders en politici. Gewoon verzwijgen en framen en er is geen vuiltje aan de lucht.
De paniek bij de UvA moet groot zijn geweest toen bleek dat de grote zaal in het spiksplinternieuwe Roeterseiland-A niet op tijd af zou zijn voor al die verse eerstejaars, en er een grote tent moest verrijzen zodat studenten hun colleges konden volgen. Een tent, dat klinkt als iets waarin je natregent en waarin je dingen beleeft waar je niet trots op bent. Snel werd er een persbericht uitgestuurd waarin werd gerept over een tijdelijk collegepaviljoen en niet veel later werd zelfs de helft van het logo van bouwer Intertent van de tent, eh, paviljoen, verwijderd. De letters ‘tent’ werden vervangen door ‘settle’, zodat er geen twijfel kon bestaan dat hier een settle, ehh, tent, ehh paviljoen stond.
Dat zou Sebastian Roy Osumanu toch handiger hebben aangepakt. Deze Ghanees studeerde naar eigen zeggen aan de UvA en werd er vervolgens de succesvolste promovendus ooit. Osumanu, die zijn volledige academische curriculum vitae bij elkaar verzon en het vervolgens photoshopte, had met gemak het woordje ‘tent’ kunnen vervangen door ‘settle’, of door een foto van zichzelf. Hij toverde zichzelf al knippend en plakkend om tot het stralende middelpunt van vele promotieplechtigheden.
Zo goed worden als fotogoochelaar, dat lukt alleen als je er heel veel tijd aan besteedt. Bij de HvA hangen ze sinds kort een andere leer aan: zij gaat niet meer de kwantiteit, maar juist de kwaliteit van het contact tussen docent en student meten. Waar HvA’ers tot voor kort twaalf contacturen per week moesten krijgen, wordt dat volgend jaar afgeschaft. ‘Het contact met studenten is intensiever en rijker dan je op grond van een optelsom van contacturen zou vermoeden,’ liet de hogeschool weten. Hoe ze dan toch zorgt dat studenten goed onderwijs hebben? Bijvoorbeeld door naar studententevredenheid te kijken, aldus een woordvoerder. Toevallig zei HvA-bestuurder Huib de Jong juist een week eerder dat hij tegenstander is van het ‘reduceren van de term onderwijskwaliteit tot de tevredenheid van studenten.’
Ach, zolang je de contradictie niet benoemt, bestaat hij niet, toch?
