Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

‘Schaf de ontgroening af, want de macht stijgt je naar het hoofd’

Een gastredacteur,
11 september 2017 - 15:17
Deel op

Tijdens haar ontgroening zat ze in een kast te huilen. Een jaar later voelde ze een adrenalinekick, toen ze zelf een nieuwe lichting mocht ontgroenen. Nu ze allebei de kanten heeft meegemaakt, weet deze anonieme student het zeker: het is tijd om ontgroeningen af te schaffen.

Op onze dispuutsapp gaat het los: ‘En? En? Heeft er al eentje gehuild?,’ stuurt een van mijn dispuutsgenoten. ‘Ja! Nieuw record nu al voor het ontbijt!,’ stuurt een ander terug. ‘Jezus, ze huilen ook ieder jaar eerder,’ verschijnt er in de app. Wij, ruim twintig vrouwen staren ondertussen naar een van mijn aspirant-dispuutsleden die staat te huilen in mijn woonkamer. Ze moet iedereens naam en functie opdreunen, maar vergeet het keer op keer. ‘Opnieuw, doe het hele rondje namen maar opnieuw. Wil je eigenlijk wel bij ons dispuut als je niet eens onze namen kent?,’ roep ik. En van voor af aan moet ze weer alle namen met juiste titel opnoemen, terwijl ze haar snikken probeert in te houden. Dat was de laatste keer dat ik meedeed aan een ontgroening.  

Ik heb besloten een boekje open te doen over mijn ontgroening en hoe het is om zelf te ontgroenen. Niemand durft het. Je moet een contract ondertekenen dat je nooit iets naar buiten brengt over de ontgroening of wat er precies binnen het dispuut gebeurt. Of ze je echt juridisch kunnen vervolgen is de vraag, maar het is social suicide. Je wordt waarschijnlijk uit je dispuut gezet en een groot deel van je sociale leven draait om die groep. Om deze reden is dit anoniem geschreven en heb ik de naam van mijn dispuut en die van mijn vereniging niet genoemd. Ik ben niet lid van het corps, maar ook andere verenigingen hanteren ontgroeningen. Het hoort bij de studentencultuur.

‘De vereniging weet meestal niet wat de ontgroeningspraktijken inhouden’

Dispuutsontgroeningen

Bij veel verenigingen is er een kennismakingstijd (KMT). Dit is een algemene ontgroening voor iedereen die lid wil worden van de vereniging. De universiteiten en hogescholen hebben zicht op deze ontgroening. Er zijn allerlei regels waar de ontgroeners zich aan moeten houden. Naar het schijnt leveren ze een draaiboek aan, waaruit blijkt dat de aspiranten goed behandeld worden. Ze moeten genoeg kunnen slapen en bijvoorbeeld naar college kunnen als het academisch jaar al is begonnen. Na de KMT denk je dat het ophoudt, maar vervolgens zijn er voor allerlei commissies en disputen nog aparte ontgroeningen. Er is geen controle door de universiteiten op die ontgroeningen en de vereniging weet meestal niet wat de ontgroeningspraktijken van de disputen en commissies inhouden. Hier gaat het ook vaak mis. Een vriendin van mij die lid is van een andere vereniging moest zoveel drinken dat ze die avond is ingestort. Dispuutsleden hebben haar naar huis moeten dragen. En bij een ander dispuut is het gebruikelijk dat de nieuwe leden levende goudvissen doorslikken.

Het idee van een ontgroening is dat het voor verbondenheid en saamhorigheid zorgt. Ieder jaar treedt er een nieuwe lichting toe en de onderlinge band moet hecht zijn. Het moet een groepsgevoel kweken. Je kent elkaar amper, maar je moet vriendinnen voor het leven worden. De ontgroening zou hiervoor het ideale middel zijn: je doorstaat samen ontberingen. Ons dispuut hanteert zelfs een gematigde ontgroening als ik hoor wat er bij andere verenigingen gebeurt. De aspiranten krijgen genoeg slaap, genoeg te eten en te drinken en er wordt amper alcohol geschonken. Ik vond onze ontgroening menselijk. Ook duurt de ontgroening in vergelijking tot andere ontgroeningen zeer kort, namelijk anderhalve dag.

 

(De tekst loopt door onder de foto)

Foto: Daniël Rommens
Een ontgroening van een herendispuut. Het dispuut is niet het dispuut waarover dit verhaal gaat

Vernedering

Ondanks deze voorzorgsmaatregelen is onze ontgroening deels vernederend. Ik herinner me hoe ik, weliswaar in kleding, een pornofilm met een lichtingsgenoot moest naspelen. Een compilatie daarvan ging vervolgens rond in groepsapps. Of hoe ik midden in een kroeg lelijk verkleed een verhaal moest voordragen over seksattributen, terwijl er een oude liefde in de kroeg stond. Beide incidenten voelden voor mij denigrerend. Toen ik voor een andere commissie van mijn vereniging leden moest ontgroenen, hebben we aspiranten gedwongen rauwe eieren te eten. En voor het volgende schaam ik me echt. Commissiegenoten hebben eieren tegen de nieuwe leden gegooid en ik hield ze niet tegen.

‘Voor het volgende schaam ik me echt. Commissiegenoten hebben eieren tegen de nieuwe leden gegooid en ik hield ze niet tegen’

De vraag die altijd wordt gesteld is: waarom laten aspiranten dit toe? Waarom stellen ze geen grenzen? Als feut moet je heel sterk in je schoenen staan, wil je je tegen bepaalde vernedering verzetten. Je durft geen nee te zeggen, omdat je dan riskeert niet meer bij het dispuut te mogen of je bent bang dat je voor je tegenspraak gestraft wordt. Verzetten is ontzettend moeilijk. De vraag moet echter zijn: waarom vernederen leden feuten zo? Ik denk dat het macht is. Ontgroeners kunnen er niet mee omgaan en het stijgt naar hun hoofd.

Machtsmisbruik

Ook toen ik ontgroend werd, sloegen sommige dispuutsleden door. Aan het einde van de avond, net voordat je wordt geïnstalleerd als voorwaardig lid, heb je het ergste gedeelte van de avond. Ik werd naar verschillende kamers gebracht waar sommige mensen lief tegen je doen en andere heel bits. Dit klinkt aardig, maar juist die combinatie zorgt ervoor dat je breekt. Je moet je voorstellen dat leden een kwartier tegen je schreeuwen en vervolgens vraagt er iemand: ‘Gaat het wel?’ Dan moet je huilen. Je weet ook nooit wat je kan verwachten. Het ene moment is iemand lief en het volgende moment niet.

 

Bij mij werd er een fout gemaakt. Ik had net het ergste gedeelte meegemaakt. In een kamer stonden drie dispuutsleden van de oudste lichting. Zij waren toen al tien jaar lid. Ze komen bijna nooit naar de borrels, maar als er bits moet worden gedaan zijn ze erbij. Een kwartier lang stonden ze vijf centimeter van mijn gezicht tegen me te schreeuwen: ‘Wie is de zwakste uit je lichting en kan er beter uit?’ Geef me een naam!’ Dit versterkt het groepsgevoel niet. Ik prevelde minutenlang dat niemand eruit hoefde. We waren allemaal precies hetzelfde.

 

Ik werd uit de kamer gehaald en toen ging het mis. Ik moest naar de volgende kamer, maar door miscommunicatie kwam ik weer bij de drie vrouwen terecht. De ontgroeners hadden aan de bel kunnen trekken. Ze hadden kunnen zeggen: we hebben haar al een keer gehad. Misschien steeg de macht hen naar het hoofd en dachten ze: laten we nog een keer dit meisje onder druk zetten. Dus werd er weer een kwartier tegen me geschreeuwd. Vervolgens haalde een dispuutsgenoot me uit de kamer en zette me in een kast. Ik weet nog dat ik daar huilend in zat en dacht: ik vergeef het mijn lichtingsgenoten als zij wel een naam hebben genoemd.

 

(De tekst loopt door onder de foto)

Foto: Daniël Rommens
Een ontgroening van een herendispuut. Het dispuut is niet het dispuut waarover dit verhaal gaat

Het jaar daarna waren de rollen omgedraaid. Ik mocht de nieuwe meisjes ontgroenen. Ik voelde een adrenalinekick tijdens het ontgroenen. Jij weet wat je moet zeggen om hen extra te laten zweten. Jij bepaalt wanneer ze naar de wc mogen, of iets gaan drinken of mogen uitrusten. Je krijgt respect en voelt je belangrijk. Je hebt macht en totale controle over anderen. Wanneer kan je dat nu meemaken? Ik ben geschrokken van die gevoelens.

‘Het jaar daarna waren de rollen omgedraaid. Ik mocht de nieuwe meisjes ontgroenen. Ik voelde een adrenalinekick tijdens het ontgroenen. Jij weet wat je moet zeggen om hen extra te laten zweten’

Andere mensen hebben deze gevoelens ook. Anders slaan ze niet door en gebeuren er niet zulke incidenten. Dit toegeven is echter moeilijk. Er staat niet in het draaiboek: schreeuw tegen iemand totdat die moeten huilen. Leden rechtvaardigen het omdat zij het zelf hebben meegemaakt. Er is wraak in het spel. De ontgroening mag niet te tam zijn, want de nieuwe lichting moet het net zo zwaar hebben als wij het hebben gehad en dus hitst iedereen elkaar op. Ergens moet het een keer stoppen. Ik heb er vrede mee als mijn nieuwe lichtingsgenoten niet ontgroend zijn.

 

Bovendien kan ik tal van andere manieren bedenken waardoor mensen een groepsgevoel krijgen. Ik pleit er niet voor om iedereen met de fluwelen handschoen te behandelen. Ik snap dat je wilt dat je dispuut prestigieus is, maar je kan het ook zwaar hebben zonder vernederingen. Bijvoorbeeld door een dropping of survivallen. Of laat aspirant-leden een dag organiseren voor het dispuut waaruit blijkt dat ze erbij willen horen, zonder dat de leden tegen de aspiranten schreeuwen. Schaf die ontgroening af. Ik ga in ieder gevoel nooit meer ontgroenen. Ik wil niet genieten van macht en hoef niet aanwezig te zijn bij vernederingen.

 

De identiteit van de schrijver is bij de redactie bekend.