Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Fotograaf onbekend (Publiek domein)
opinie

Lekker stereotyperen | Het coverbandje

12 juni 2017 - 12:01
Betreft
Deel op

Op de eerste dag van de singersongwriter-cursus van het Crea vonden we elkaar. We hadden eenzelfde voorliefde voor Gibsons, zwarte leren boots en de Leidsman in de jaren des onderscheids. Op dag twee besloten we daarom een band te formeren. De cursus was best leuk, maar we hadden meer nodig dan niet-rijmende teksten over liefdesverdriet en de natuur.

We kenden ieder twee akkoorden, alle vier in mineur. Bij elkaar opgeteld al één meer dan de meeste bands. We hadden daarom alleen nog een drummer en basgitarist nodig om onze toekomstige fans wat op te zwepen. Een advertentie op het prikbord van de lokale supermarkt moest genoeg zijn. ‘Gezocht: kennis van drie akkoorden, ritmegevoel en een onberispelijke muzieksmaak (we bedoelen: je favoriete Dylan-plaat is Highway 61 Revisited en ‘Blowin’ In The Wind’ vind je overschat).’

 

Op elke vacature kregen we één reactie. Nadat we het met beide kandidaten na een kwartier eens waren over de beste 75 concerten van His Royal Bobness, besloten we dat ze goed genoeg waren voor onze band. We begonnen meteen met repeteren. De hele avond oefenden we op een onverstaanbaar Engels accent met een goede knauw. Onze drummer en bassist keken werkloos toe, maar wilden aan het eind van de avond toch mee naar het café om een biertje te drinken. Dat zorgde voor een echt bandgevoel. Aan het eind van de avond lalden we ‘Mr. Tambourine Man’ door de Roeterstraat.

Om onze onverzorgde look compleet te maken leerden we shag roken en gingen we de week voor het optreden voor de zekerheid niet in bad

We groeiden naar elkaar toe. We voelden de onontbeerlijke chemie. Het werd tijd voor onze eerste gig. Omdat we niet pretentieus waren stuurden we niet gelijk een mailtje naar Paradiso, maar meldden we ons aan bij een bandjesrally. We namen de hele week vrij om inkopen te doen, want we wilden de hele band strak in denim hebben. Om onze onverzorgde look compleet te maken leerden we shag roken en gingen we de week voor het optreden voor de zekerheid niet in bad.

 

Toen we de zaal binnenliepen stond de andere band, waartegen we het in de eerste voorronde op zouden nemen, te soundchecken. We keken eerst naar de zangeres en toen naar de accordeonist. Het klonk nergens naar, alsof ‘ie les had genomen bij een chimpansee. Dit zou een peulenschil worden. Dachten we tenminste. Na ons vijfde nummer (vier eigen, één van Bob) applaudisseerde het publiek beleefd, maar met nauwelijks volume. We hadden verloren.

 

In de kleedkamer trokken we een paar biertjes open en zwegen we. We zagen de afgelopen weken aan ons voorbijtrekken. De ontmoeting bij de cursus, het winkelen voor de juiste denim, het eerste gloren van het bandgevoel. We dachten al aan het huren van een studio, het zoeken van een tourmanager, de eerste radiointerviews. Maar nu waren we verslagen door een band met een fucking accordeon.

 

Die avond fietsten we naar huis. En op hetzelfde moment stuurden we elkaar een sms: ‘Het is tijd om eerlijk te zijn: we mogen de hakken van de laarzen van de grote Dylan nog niet kussen. Het is tijd voor bescheidenheid. Fuck die eigen nummers, we beginnen een coverband.’

Lees meer over