Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Linda van der Pol
opinie

Van der Pol | Kastanje

Linda van der Pol,
9 februari 2017 - 14:28
Deel op

We aten in een Sovjetflat in het Russische kwartier van de stad, waar een vriend het appartement van zijn oma bewoont. Hij schilderde de muren blauw-geel en misschien mogen zijn planten er nu wat treurig bij staan: in de zomer kweekt hij vette tomaten en paprika’s.

Hij is veganist en drinkt sinds een tijd geen alcohol meer. Nu ja, vooruit, allemaal één slok Estse likeur dan, ik moet immers de nacht nog in.

 

In de laatste bus naar huis voel ik mijn gehemelte branden.

 

Het schijnt een korte en weinig ingewikkelde rit te zijn, maar de route lang herken ik niets. Tevergeefs zoek ik naar de McDonald’s, mijn ijkpunt in deze stad vol š’en õ’s en ä’s. Ook geen spoor van mijn eigen huis.

 

Langzaam geraakt de wagen leeg. Als na dertig minuten ook de laatste vrouw uitstapt – onder wier bontjas je vijftig kilo aardappelen zou kunnen verstoppen – schiet ik de buschauffeur aan.

 

Ik probeer de naam van mijn hostel. Niets.

 

Kastanje, zoiets moet de straatnaam zijn. Weer geen reactie. Riia, misschien.

Tussen twee torenhoge fabrieksgebouwen zet hij de bus stil. Uiterst traag ontmantelt hij zijn apparatuur

‘Church,’ biedt hij tegen.

 

‘Church!’ zeg ik. Het zou kunnen. Estland, tegenwoordig een der minst religieuze landen ter wereld, heeft best kerken en waarom zou er geen in de buurt staan?

 

Zijn gezicht klaart niet op maar versombert ook niet, feitelijk is er geen uitdrukking aan af te lezen. Zit, gebaart hij.

 

Tussen twee torenhoge fabrieksgebouwen zet hij de bus stil. Uiterst traag ontmantelt hij zijn apparatuur. Eerst gaat de iPad uit, da’s hier gelijktijdig een betaalautomaat en GPS, dan de incheckpaal. Daarna het licht, enkel de koplampen blijven aan.

 

O ja, ik heb Bordertown (2006) gezien. Maar hij draait en we rijden weer - door de smalste straten met de flinkste kastanjebomen in de berm. Na een tijd doemt mijn gebouw op. Nieuw maar evengoed fantasieloos, met uniforme kamertjes zoals je ze tegenwoordig overal ziet: in Amsterdam, Berlijn, New York en Tartu. Grenenhouten wanden en een cactus in de vensterbank.

 

De chauffeur zegt niets. Hij steekt zijn hand op en maakt rechtsomkeert.

 

Linda van der Pol bericht dit semester vanuit Estland, waar ze studeert in het uitwisselingsprogramma van Erasmus