Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Waag Society (cc, via Flickr)
opinie

‘Leenstelsel treft studenten die net als ik dat extra zetje nodig hebben’

Anke Besseling,
22 april 2016 - 12:03

Het leenstelsel treft vooral studenten die het al moeilijk hebben, vindt eerstegeneratiestudent Anke Besseling. Aan het eind van groep acht kreeg ze een vmbo-k-advies. Nu studeert ze aan de UvA. ‘Ik wil mij ontwikkelen, maar word tegengehouden door het leenstelsel.’

De kloof tussen laagopgeleide en hoogopgeleide ouders is er altijd al geweest. Deze kloof zou met de tijd moeten verkleinen, maar wat nu blijkt: de kloof groeit. In 2015 is het leenstelsel ingevoerd door de minister van Onderwijs. Het trof mij dat dit jaar 8.400 jongeren niet zijn gaan studeren. Ik weet namelijk hoe hard je moet knokken om hoger onderwijs te volgen als je ouders dat niet deden.

 

Mijn ouders hebben geen hoger onderwijs gevolgd, al hadden ze dit zelf wel graag gewild. Zij werden beiden totaal niet gestimuleerd door hun ouders en leraren. Dit is voor hen de reden geweest om mij en mijn zusje juist wel te stimuleren.

 

Ik heb een erg moeilijke basisschoolperiode gehad. In mijn eerste acht jaar op school ben ik drie keer van school gewisseld en zat ik met moeilijke klasgenoten op school. Dat was voor mij heel zwaar. Het wisselen zorgde ervoor dat ik steeds weer moest wennen aan nieuwe kinderen, leraren en scholen.

 

Ik begon als een kind dat graag alles uitprobeerde, waardoor ik regelmatig in de hoek van het lokaal moest staan, omdat ik had gevochten of kattenkwaad had uitgehaald. Na een paar jaar leerde ik dat gewoon spelen ook leuk kon zijn. In die periode werd mijn school overgenomen door een katholieke basisschool, terwijl ik op een openbare basisschool zat.

Dit agressieve gedrag bleek achteraf een aankondiging te zijn voor meer; op zijn zestiende vermoordde hij een jongen op de kermis

Agressieve klasgenoten

Sommige ouders besloten hun kind direct naar een andere school te sturen. Anderen, waaronder mijn ouders, keken het eerst nog even aan. Mijn ouders houden niet zo van religieuze scholen, maar wisten ook niet zo snel naar welke school mijn zusje en ik anders moesten gaan. Omdat ik nieuw was en geen vrienden had werd ik uitgetest en gepest. De leraren deden zelfs na gesprekken met mijn ouders nauwelijks iets tegen dit pestgedrag, omdat zij zelf onder de indruk waren van de agressieve ouders van kinderen die mij en mijn zusje pestten.

 

Na een jaar besloten mijn ouders van school te wisselen, naar een openbare school. Ik zat in een klas met veertien kinderen. Dat leek op het eerste gezicht fijn en vertrouwd, maar dat was het achteraf totaal niet. Een van mijn klasgenoten toonde erg agressief gedrag, waar vier jongens en drie meisjes in mee liepen. Dit agressieve gedrag bleek achteraf een aankondiging te zijn voor meer; op zijn zestiende vermoordde hij een jongen op de kermis. Daarbij waren ook drie andere klasgenoten betrokken.

 

Ik kon mij niet goed weren tegen deze agressieve jongen en zijn vrienden, en kreeg op school niet de aandacht die ik nodig had. Mijn ouders hadden hier iets aan kunnen doen, maar zijn nuchter en zien niet altijd de kansen zoals hoogopgeleide die zien. Een voorbeeld: ik hoorde gisteren dat een meisje van mijn middelbare school eigenlijk op zittenblijven stond. Haar ouders met  een universitaire achtergrond staken daar echter een stokje voor, en nu zit ze toch in vwo- 6.

Ik was dom en ik kon niet goed leren

Stapelen

Mijn schooladvies was vmbo-kader, waardoor ik niet naar een scholengemeenschap kon gaan. Eén meisje uit mijn klas kreeg een vwo-advies, de rest kreeg ook een vmbo-georiënteerd advies. Zoals het woord zegt, is dit een advies, en niet een bepalende richting. Toch werd dit door mijn leraar wel zo ervaren. Mijn ouders hebben heel veel gesprekken met mijn leraar gevoerd zodat hij mij naar een scholengemeenschap liet gaan op vmbo-gemengd/theorie-niveau. Zelf verwachtte ik minstens havo, aangezien ik vaak samenwerkte met het meisje dat een vwo-advies kreeg. Hierdoor was ik erg teleurgesteld en werd ik onzeker. Ik was dom en ik kon niet goed leren, terwijl ik van lezen hield en ik in mijn straat ook speelde met kinderen die een vwo-advies kregen.

Foto: Brabant Bekijken (cc, via Flickr)
Kinderen uit groep acht krijgen hun laatste rapport. N.B. Dit is niet de school van Anke

Ik en mijn ouders besloten om naar de meest vrije openbare school in mijn stad te gaan. Daar zeiden ze op de open dag dat in mijn stad tachtig procent van de leerlingen vmbo deed, waardoor ik me redelijk normaal voelde. Toch hield ik altijd in mijn achterhoofd dat ik naar de universiteit wilde gaan, ik wilde namelijk advocaat worden om onschuldige mensen te verdedigen.

 

Goede cijfers

Op mijn nieuwe school werd ik aangesproken op mijn dialect, maar ik liet me niet van de wijs brengen en werkte zo hard mogelijk. Ik moest en zou naar het vwo gaan. In de brugklas werd ik na een half jaar overgeplaatst naar de havo/vwo-brugklas. Mijn cijfers waren goed genoeg. Ook had ik in de brugklas een erg moeilijke klas met veel kinderen met een moeilijke achtergrond waardoor de keuze om mij over te plaatsten niet moeilijk was.

 

In de havo/vwo-brugklas haalde ik weer hoge cijfers. De leraren waren enorm verbaasd en wisten niet wat ze met mij aan moesten. Ik dacht dat mijn goede cijfers puur toeval waren en de leerstof mij gewoon goed lag. Samen met een ander meisje kwam ik in aanmerking voor het vwo, alleen vond mijn mentor dat ik maar even rustig aan moest doen, omdat ik op het vmbo was begonnen. Mijn ouders waren al erg tevreden met de havo, want zij wisten ook niet wat ze konden verwachten. Hierdoor maakte ik eerst de havo af, en ben daarna toch naar het vwo gegaan.

Toen ik mijn diploma ontving begreep ik nog niet dat dit echt kon: ik had een vwo-diploma. Het enige wat ik kon doen was huilen

Weer was ik verbaasd dat ik dit kon, en er ook helemaal niet zo heel veel energie in hoefde te steken. Nog steeds durfde ik niet met zekerheid te zeggen dat ik de intelligentie had van het vwo. Mijn ouders waren al erg tevreden dat ik de havo had gehaald. Een paar leraren hadden wel vertrouwen in dat ik het vwo aankon, waardoor ik het ben gaan doen. Toen ik mijn diploma ontving begreep ik nog niet dat dit echt kon: ik had een vwo-diploma. Het enige wat ik kon doen was huilen. Hoe kon dit echt zijn?

 

Leenstelsel

Nu zit ik op de universiteit met een jaar vertraging door de foute inschatting van mijn basisschool en een middelbare school die teveel vertrouwde op het advies van mijn basisschool. Hierdoor lijd ik nu onder het leenstelsel en moet ik hard werken om mijn studie te financieren, terwijl ik me wil ontwikkelen. Ik wil graag studeren, van het studentenleven genieten, politiek betrokken zijn en zoveel mogelijk lezingen bezoeken. Helaas zit ik nu vaak moe op de bank. Ik werk ongeveer 20 uur per week naast mijn studie en verder heb ik ook reistijd en sociale activiteiten.

Zonder aansporingen van mijn ouders was ik nu misschien kapper geweest

Volgend jaar zou ik graag nog een bachelor naast mijn primaire bachelor doen, en niet meer werken. Het werk wat ik nu doe, en het geld dat ik nu verdien; daar heb ik niets aan. Mijn cv en bankrekening worden er voor mijn toekomst niet beter op. Ik wil mij ontwikkelen, maar word tegengehouden door het leenstelsel.

 

Extra zetje

De kloof tussen kinderen met laag- en hoogopgeleide ouders wordt door het leenstelsel alleen maar groter, terwijl kinderen met hoogopgeleide ouders al vaak een groot voordeel hebben wat betreft schoolkeuze, invloed van hun ouders en geld. Ik wil met dit stuk niet zeggen dat dit alles te wijten is aan laagopgeleide ouders. Totaal niet. Wel wil ik aankaarten dat zonder de stimulering van mijn ouders ik nu misschien kapper was geweest. De kinderen met laagopgeleide ouders zullen het zwaarst onder het leenstelsel lijden, terwijl wij juist dat extra zetje nodig hebben.

 

Ik heb geen recht op een aanvullende beurs, waardoor het voelt alsof ik alleen maar met zielige ogen naar mijn ouders kan kijken en kan vragen om geld, terwijl zij zelf bepalen waar zij hun geld aan besteden en ik weet dat zij ook op hun geld moeten letten. Wat dat betreft zit ik nog in een goede positie, ik ken namelijk ook studenten die helemaal geen geld van hun ouders krijgen en ook geen recht hebben op een aanvullende beurs. Graag zou ik op kamers gaan, een tweede bachelor beginnen en meer naar lezingen gaan, maar met het maximaal lenen van 900 euro per maand kan ik geen huur, zorgverzekering, boeken en collegegeld betalen.


Dus, Jet, wat heb je voor mij in de aanbieding? Of moet ik u zeggen?

Lees meer over