Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Kevin Dooley (cc, via Flickr)
opinie

Op z'n Duits | Bezigheidstherapie

Linda Duits,
1 april 2016 - 07:23
Betreft
Deel op

‘Tessa is er niet hè?’ vroeg ik aan mijn werkgroep. Haar medestudenten waren behulpzaam. ‘Nee, ze is jarig,’ klonk tegelijkertijd met ‘Nee, ze is ziek’. Er volgde wat gelach en wat onhandigheid. Na afloop zag ik dat Tessa kort van te voren had gemaild dat ze ziek was. Ik overwoog verjaarsfelicitaties te sturen, maar dat leek me te flauw.

Verplichte aanwezigheid is irritant omdat het smoezen uitlokt. Ik heb helemaal geen zin om ‘een lang geleden gepland weekje weg met de schoonfamilie’ af te wegen tegen ‘blaasontsteking’. Sommige studenten zeggen bovendien eerlijk dat het om het eerste gaat, anderen liegen dat het om het tweede gaat. Het maakt mij niet uit waarom een student er niet is, zolang dat maar niet meer dan twee keer gebeurt – dat is immers het beleid. 

 

Verplichte werkgroepen zijn ook vervelend vanwege de administratieve lasten. Elke week ben ik er een uurtje zoet mee. Het gaat niet alleen om studenten noteren die zich afmelden, maar ook om hen die dat niet hebben gedaan achter de broek aan zitten. Het werkboek schrijft in beide gevallen een vervangende opdracht voor, die ik dan moet bedenken. Vervolgens moet er natuurlijk gecontroleerd worden of studenten die opdracht wel echt ingeleverd hebben.

 

Ik weet niet wanneer universiteiten zijn begonnen met het verplichten van werkgroepen. Toen ik politicologie studeerde bestonden ze niet, maar toen ik drie jaar later bij communicatiewetenschap ging werken waren ze er de normaalste zaak van de wereld. Het heeft te maken met het magische ‘studierendement’ en de daarbij horende verschoolsing. Als student werd ik zelfstandig genoeg geacht te reflecteren op de stof, nu moeten de kindjes bij de hand genomen worden – of ze willen of niet.

Decentraliseer de boel en laat studenten bepalen of de werkgroepen nuttig zijn

In Utrecht, waar ik ook doceer, is van hogerhand opgelegd dat werkgroepen vier uur duren. Iemand heeft namelijk bedacht dat contacturen goed zijn voor studenten. Dat leidt tot situaties waarin ik groepen van dertig studenten een halve werkdag moet bezighouden met zinnige en onvermijdelijk minder zinnige opdrachten. Het is natuurlijk veel beter om groepjes van vijftien twee uur lang te zien, maar zo is het nou eenmaal niet besloten.

 

De studenten van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde & Informatica, waar kritisch zijn doorgaans niet verplicht is, hebben er ook genoeg van. De studentenraad heeft een heus meldpunt opgericht voor ‘ophokwerkgroepen’ die als ‘onnodig verplicht worden ervaren’. Ze willen graag dat de discussie over gedwongen aanwezigheid op laag niveau wordt gevoerd.  Daar ben ik het hartgrondig mee eens.

 

Decentraliseer de boel en laat studenten het bij evaluaties van een vak beoordelen. Wat is volgens hen de toegevoegde waarde van het volgen van de werkgroep? Is opkomstplicht daarbij nodig? Aan de hand van de evaluaties bespreken docenten met de coördinator of het didactisch zinnig is om een verplichte werkgroep aan te blijven bieden. Centraal moet dus de kwaliteit van het onderwijs staan, in plaats van eisen vanuit een hogere bestuurslaag. Iedereen wint daarbij, niet in de laatste plaats arme Tessa (die overigens echt ziek én echt jarig was).

 

De naam Tessa is gefingeerd.

Lees meer over