Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Menendj (cc, via Wikimedia Commons)
actueel

Hoe gaan docenten om met radicaliserende leerlingen?

Nina Schuyffel,
1 februari 2016 - 16:00

Of het nu gaat over aanslagen, Isis, vluchtelingen of buitenlanders in het algemeen: docenten worden steeds vaker geconfronteerd met extreme en ongenuanceerde opvattingen van hun studenten. Volgens journalist Margalith Kleijwegt, die in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een half jaar rondliep op het vmbo-, mbo- en hogescholen, is er sprake van een tweedeling in de klas. Allochtone leerlingen aan de ene kant, PVV-stemmers aan de andere kant. Over en weer bestaat steeds minder begrip en empathie.

Kleijwegt schrijft in haar rapport over goed geïntegreerde meisjes die tijdens een discussie opeens heel fel worden en zeggen dat ‘die mensen van Charlie Hebdo er zelf om hadden gevraagd’. Over een mbo-studente met een Marokkaanse achtergrond die opstaat, doet of ze een wapen vasthoudt, om zich heen begint te schieten en op luide toon roept: ‘Als ik een Kalasjnikov had, schoot ik alle joden dood’. Daartegenover staan autochtone studenten die bang zijn ‘overspoeld’ te worden door buitenlanders die ‘alle banen inpikken’. Ze zijn ervan overtuigd dat vluchtelingen in alles worden voorgetrokken en zijn bang voor de toekomst, als ‘ons mooie Nederland’ verloren gaat.

Een mbo-studente met een Marokkaanse achtergrond staat op, doet of ze een wapen vasthoudt, begint om zich heen te schieten en roept op luide toon: ‘Als ik een Kalasjnikov had, schoot ik alle joden dood’

Het is een tweedeling die je ook ziet terugkomen in de maatschappij, met één belangrijk verschil: het grote ‘midden’ ontbreekt. Kleijwegt: ‘Jongeren zijn nog niet zo uitgekristalliseerd, ze nemen liefst een boude stelling in. Het is zwart óf wit.’ Het probleem is volgens haar dat leerlingen onvoldoende blijken te kunnen differentiëren en nuanceren. Ze baseren hun mening op wat ze om zich heen horen en lezen op sociale media, gooien alles op één hoop en vinden het moeilijk om zich in te leven in een ander.

Foto: Allard de Witte
Margalith Kleijwegt: ‘Het helpt als een school een visie heeft op radicalisering.’

Meldpunt
Minister van Onderwijs Jet Bussemaker benadrukte vorig jaar in een brief aan de Tweede Kamer dat het onderwijs een grote rol kan spelen bij het voorkomen van radicalisering. Op school vormen jongeren immers hun identiteit. Kleijwegt, die eerder al boeken schreef over de multiculturele samenleving, onderzocht of docenten wel voldoende toegerust zijn om met radicaliserende jongeren om te gaan. Ze bezocht scholen in Den Haag, Hengelo, Rotterdam, Almere en Amsterdam, waaronder de HvA. Bijna alle scholen hebben te maken met studenten of scholieren die zijn vertrokken om te vechten in Syrië, of daarover nadenken.

 

Hoe docenten omgaan met maatschappelijke spanningen in de klas verschilt per school en zelfs per opleiding. Het thema radicalisering speelt bijna overal, maar nergens wordt eenduidig beleid gevoerd. Sommige instellingen hebben een meldpunt, een enkele een specialist waar docenten terechtkunnen met vragen. De HvA heeft op dit moment geen specifiek beleid dat gericht is op  radicalisering van studenten. 

 

Volgens Kleijwegt helpt het als een onderwijsinstelling een ‘visie’ op papier heeft staan. Zo stelde de Haagse Hogeschool een protocol op nadat enkele leerlingen naar Syrië waren vertrokken. ‘Docenten proberen daar de studenten nu weerbaarder te maken door met ze te praten en ze te stimuleren hun mening met feiten en argumenten te onderbouwen.’

 

In Folia 18, die vanaf woensdag in de bakken ligt, lees je alles over het onderzoek van Margalith Kleijwegt en hoe docenten omgaan met radicalisering in het onderwijs.

 

Kleijwegts rapport ‘Twee werelden, twee werkelijkheden’ wordt vanmiddag in De Balie gepresenteerd.

Lees meer over