Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
De studentenraad van de Faculteit der Geesteswetenschappen belegde gisteravond in de Doelenzaal van de UB een bijeenkomst voor studenten, waar tekst en uitleg werd gegeven over het plan Profiel 2016 van het faculteitsbestuur. Decaan Van Vree kwam ook spontaan binnen en werd door verschillende geëmotioneerde studenten ter verantwoording geroepen.

Een ding was al direct aan het begin van de bijeenkomst helder: de studentenraad moet vooralsnog niets hebben van het voorstel dat decaan Frank van Vree van de FGw maandag naar buiten bracht om de problemen aan zijn faculteit het hoofd te bieden. Het grote aantal studenten in de zaal leek het met de studentenraad eens of had op zijn minst vragen en vraagtekens bij het voorstel.

In het plan van de decaan gaat zowel de bachelor als de master grondig, om niet te zeggen radicaal, op de schop: voor de bachelor zijn twee voorstellen gedaan: óf alle bacheloropleidingen worden ondergebracht in een breed Liberal Arts College met een voor alle studenten gelijke propedeuse, óf er komen Bachelor Schools waarin vanaf het eerste jaar in domeinen wordt gewerkt. Voor de masters geldt dat een deel ervan wordt geschrapt dan wel omgezet in een professionele of educatieve master. Van Vree wil hiermee noodlijdende opleidingen redden, meer studenten trekken en een solide, ook in financiële zin toekomstbestendige, faculteit neerzetten. Studenten zijn er niet van overtuigd dat dit lukt.
‘De aangestipte problemen zijn niet bewezen en een financiële onderbouwing van de plannen ontbreekt. Deze profielschets biedt geen oplossing,’ meent de studentenraad, die zegt ‘ergens in het proces’ instemmingsrecht te hebben op de plannen. ‘En in de vorm waarin ze er nu liggen zullen we die plannen zeker tegenhouden,’ zei raadsvoorzitter Gunnar de Haan. ‘Het plan ademt een sfeer alsof de geesteswetenschappen niet rendabel en nutteloos zijn en je er beter geen geld aan kunt uitgeven.’ Over de tekorten van de faculteit tot en met 2018 lopen de bedragen inmiddels uiteen: Van Vree sprak begin deze week over ‘meer dan tien miljoen als we nu niets doen’, hoogleraar filosofie van kunst en cultuur Jozef Früchtl sprak vorige week van ’twaalf à dertien miljoen’ en De Haan sprak gisteravond van ‘dertien à vijftien miljoen’.

Janken
Probleem lijkt niet zozeer te liggen bij de kwaliteit van onderzoek en onderwijs, maar bij de kwantiteit: veel opleidingen trekken te weinig studenten en de uitval is hoog, zo liet de spontaan binnenvallende Van Vree weten. ‘Onze uitval in het eerste jaar ligt boven de 25 procent en vorig jaar is zestig procent van de eerstejaars met zijn of haar opleiding opgehouden. Dat kunnen we niet negeren.’ Maar of de invoering van een breed Liberal Arts College daarvoor de oplossing biedt is de vraag, menen veel studenten, die juist specialisatie zeggen te willen. ‘Ik ben juist naar deze faculteit gekomen omdat er géén Liberal Arts-opleiding is,’ zei een studente, die vertelde bij het vernemen van het plan ‘in janken’ te zijn uitgebarsten. Volgens Van Vree is het inmiddels ‘in grote delen van de wereld’ normaal geworden om het onderwijs in te richten volgens een liberal arts-model, dat hij noemt ‘een didactisch model, een manier van zien en denken. Het betekent zeker niet het einde van specialistische opleidingen.’

Een derderangs Delft
Probleem, met name in de bachelor, is en blijft dat de instroom achterblijft, vertelde Van Vree. ‘Met name als het gaat om de kleine talen. In de jaren tachtig en negentig dachten we de kleine talen te kunnen redden door ze samen te voegen en te concentreren. Dat heeft niet tot een toename van het aantal studenten geleid. Uit onderzoek blijkt dat drie vierde van de studenten gaat studeren op vijftig tot zestig kilometer van het ouderlijk huis. Aan zo’n concentratiebeweging heb je dus niets. Zo heeft de opheffing van Russisch in Groningen, ons aan de UvA maar twee of drie extra studenten opgeleverd.’ Het in leven houden van dergelijke kleine talen is een kostbare zaak die het rendement van een faculteit niet bevordert, maar precies tegen dit rendementsdenken verzetten veel studenten zich: zij vinden dat een universiteit de taak heeft ook kleine opleidingen aan te bieden.

Daarnaast bleek tijdens de discussie dat studenten zich verzetten tegen het in hun ogen dominante ‘bèta-denken’ dat aan de UvA zou heersen en waarvan het de vraag zou zijn of het wel de gewenste kwaliteit oplevert. Een student vreesde dat de UvA ‘een derderangs Delft’ dreigt te worden. En hoe zit het met verengelsing van de faculteit, vroeg een student zich af. Van Vree: ‘Binnen de verschillende domeinen zal wel een Engelstalige stroom worden ingericht, maar het is zeker niet zo dat de hele faculteit Engelstalig wordt.’ Het onderbrengen van de talen in een apart Amsterdam Centre for Languages leidde tot de vraag of het talenonderwijs daarmee niet al te cursorisch wordt ‘en vooral zal draaien om taalverwerving’. Van Vree: ‘Dat zal niet gebeuren. We gaan er goed op letten dat ook cultuur en literatuur aan bod komen bij de talen.’

Out-of-the-box
Uit het debat kon gemakkelijk de indruk ontstaan dat de invoering van het liberal arts-model al vast zou staan, maar dat is wat Van Vree betreft niet het geval. Hij gaf zelfs toe dat invoering van een Liberal Arts College ‘heel riskant’ kan zijn, omdat niet gezegd is dat het aantal studenten aan de FGw er door zal stijgen of omdat het aantal studenten wellicht zelfs verder daalt ‘omdat we te veel verbreed hebben’. Van Vree: ‘Het voorstel voor een Liberal Arts College is bedoel als een “out-of-the-box voorstel” omdat ik ons wil dwingen na te denken over hoe we met elkaar verder gaan, want dat is wat ik wel wil.’ ‘Maar wat als dat niet gebeurt? Wat als studenten beide varianten voor een nieuwe inrichting van de bachelor wegstemmen,’ was een vraag uit de zaal. ‘Hebt u dan een plan-B?’, vroeg deze student.  ‘Nee,’ was het antwoord van de decaan. ‘Ik heb geen plan-B, we moeten er met elkaar uit zien te komen.’

De voorgestelde profielschets zal de komende weken binnen de faculteit uitgebreid worden besproken met alle betrokkenen. Kamerlid Jasper van Dijk (SP) heeft inmiddels aan minister Bussemaker Kamervragen gesteld over de plannen.