Wilma Scholte op Reimer wordt decaan Bewegen, Sport & Voeding
Wilma Scholte op Reimer is benoemd als decaan van de Faculteit Bewegen, Sport en Voeding (FBSV). Ze is sinds december 2016 al interim-decaan van deze faculteit en is tevens decaan van de Faculteit Gezondheid (FG). ‘Er zijn nog wel zorgen over hoe ik mijn aandacht ga verdelen.’
Scholte op Reimer heeft haar dubbelfunctie al bijna een jaar, dus de beslissing komt voor veel studenten en medewerkers niet als verrassing. ‘Ik blijf dezelfde inhoudelijke koers varen en zorg dat ik op beide faculteiten zichtbaar ben,’ zegt Scholte op Reimer. ‘Een vast ritme helpt daarbij. Zodat mensen weten wanneer ik er wel en niet ben. Dat geeft rust.’
Een van de redenen van haar dubbelfunctie zijn de raakvlakken van beide faculteiten; bewegen, sport, voeding en gezondheid zijn logischerwijs met elkaar verbonden. De faculteiten werken ook al een aantal jaren samen in het HvA-speerpunt Urban Vitality. Dit programma is gericht op het zoeken van oplossingen voor Amsterdamse problematiek binnen thema’s als zorg in de stad, zelfredzaamheid, vitaliteit, gezondheid, beweging en topsport. ‘Dat ik nu van beide faculteiten decaan ben leidt ook tot een betere inhoudelijke samenwerking. Ze zijn elkaars verlengstuk.’
Scholte op Reimer wil zich inzetten voor het versterken van het onderwijs. Dit wil ze onder andere doen door onderwijs en onderzoek nog beter te integreren. ‘Ik word misschien extra druk, maar dat heeft met name met de twee locaties te maken. Ik geef nu leiding aan zeven bachelors en twee masters, zoiets hebben andere decanen ook.’
Zorgen
Het besluit is genomen door het College van Bestuur in overleg met de medezeggenschap. ‘Bij FBSV was de deelraad al langere tijd unaniem positief. Bij FG zijn er nog wel zorgen over hoe ik mijn aandacht ga verdelen. Daar zien sommigen mij het liefst alleen als decaan van hun faculteit,’ vertelt Scholte op Reimer. ‘Maar daarover ben ik al een tijd met ze in gesprek en dat ben ik ook van plan te blijven doen. We kijken samen hoe we de nadelen kunnen minimaliseren. Ik zie in ieder geval zelf meer voor- dan nadelen.’
