Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

‘Onderwijs op HvA moet veel flexibeler’

Altan Erdogan,
31 augustus 2017 - 16:56

Het onderwijs op de Hogeschool van Amsterdam kan en moet veel flexibeler. Studenten krijgen in de nabije toekomst meer ruimte om hun eigen curriculum samen te stellen. Dat schrijft bestuursvoorzitter Huib de Jong van de HvA donderdag in een stuk naar aanleiding van de opening van het nieuwe hogeschooljaar. ‘Er is maar één conclusie mogelijk: we moeten meer maatwerk leveren.’

Het thema van de opening in het DeLaMar-theater was deze middag ‘Halte student centraal’. De in juni benoemde CvB-voorzitter (voorheen rector van de HvA) gaf daar zijn eigen invulling aan, en keert zich in het stuk dat hij ter gelegenheid van de opening schreef tegen het ‘reduceren van de term onderwijskwaliteit tot de tevredenheid van studenten.’

 

Huib de Jong: ‘Het doel van ons onderwijs is dat studenten zich inhoudelijk en als persoon kwalificeren voor een mooie loopbaan en een verantwoordelijke positie. Als we dat goed doen, zijn de meeste studenten tevreden over ons. Maar dat is niet het allerhoogste doel. Bij leren hoort ook dat je af en toe worstelt met dingen, of dat je flink baalt, of het helemaal niet meer ziet zitten. Zo gaat het als je straks een baan hebt, en zo gaat het tijdens de studie. Leren en ontwikkelen gaat niet alleen over rozen.’

‘Tevredenheid van studenten is geen doel op zich. Leren en ontwikkelen gaat niet alleen over rozen’

Volgens De Jong hebben studenten er veel meer aan om een op maat gesneden onderwijsprogramma aan de HvA te kunnen volgen. Dat is nu nog niet zo. ‘Hoe logisch is het dat wij ons onderwijs consequent blijven aanbieden in keurig voorgeprogrammeerde routes die naar een vast omschreven beroep of functie leiden?,’ vraagt hij zich retorisch af.

 

Digital Society School
Als voorbeeld hoe het anders kan, noemt De Jong de plannen voor de Digital Society School. ‘Het is mijn vurige wens en stellige overtuiging dat veel meer van onze opleidingen die kant op gaan.’ De HvA-faculteit Digitale Media & Creatieve Industrie (DMCI) nam voor deze nieuwe opleiding het initiatief om intensief samen te gaan werken met het bedrijfsleven, de UvA en VU en de gemeente. ‘Van begin tot eind draait het daar om de student en de beroepspraktijk. Met kleine, zorgvuldig gekozen onderdelen gaan we daar de bouwstenen leggen voor de toekomst,’ schrijft De Jong.

‘Informatie aan de eerstejaars op de HvA moet en kan beter’

De collegevoorzitter schrijft dat ‘het goed gaat met de HvA’ en verwees naar onderzoeken waaruit blijkt dat de tevredenheid en het studiesucces toenemen. ‘Onze afgestudeerden vinden sneller een baan, onze opleidingen worden steeds beter beoordeeld bij de accreditaties en we zijn succesvol bij het binnenhalen van onderzoeksgeld. We bevinden ons op alle terreinen in een stijgende lijn.’

 

‘Niet acceptabel’

Maar De Jong heeft ook kritiek op zijn organisatie. In de Nationale Studenten Enquête scoort de HvA al jaren slecht op het onderdeel informatie, communicatie en roostering. ‘Het lukt ons maar niet om dit op orde te krijgen,’ schrijft de bestuurder. ‘Op té veel plaatsen is het nog niet goed genoeg. Er zijn opleidingen waar het wél goed gaat; daar kunnen anderen van leren. Dat dit onvoldoende gebeurt, is onbegrijpelijk en niet acceptabel. We doen onze studenten daar echt mee te kort.’

‘Het is goed dat de hogeschool nu helemaal op eigen benen staat’

De Jong heeft af en toe persoonlijk contact met studenten – vooral eerstejaars – en hun ouders over dit probleem. ‘Op sociale media komen de noodkreten langs van studenten die een vraag hebben maar telkens voor gesloten deuren staan. Al enkele zomers lang zie ik dat sommige opleidingen in de eerste weken van augustus niet bereikbaar zijn voor begrijpelijke en terechte vragen. Dat moet echt beter.’

 

Samenwerking met de UvA

De voorzitter staat in zijn artikel ook kort stil bij de dit jaar stopgezette bestuurlijke samenwerking tussen de HvA en de Universiteit van Amsterdam: ‘Het is goed is dat we nu helemaal op eigen benen staan. We zullen ook in de toekomst veel samenwerken met de UvA, met de VU en met andere Amsterdamse kennisinstellingen, maar sterker dan voorheen vanuit onze eigen kracht en identiteit.’

 

Lees hier het hele stuk van De Jong.