UvA actualiseert de plannen voor toenemende internationalisering
De UvA heeft haar internationaliseringsstrategie aangepast aan de actuele ontwikkelingen. Eerder ging het vooral om kwantiteit – meer buitenlandse studenten binnenhalen – maar de komende jaren gaat het ook om kwaliteit: er komt meer aandacht voor de sociale integratie van internationale studenten en medewerkers.
De internationale studentenpopulatie is bezig met een enorme groeispurt. Die trend is al langer gaande. Zo is volgens het rapport Education at a glance van de OECD het aantal studenten dat, mondiaal gezien, naar het buitenland gaat om te studeren, tussen 1990 en 2014 gestegen van jaarlijks 1,3 miljoen naar jaarlijks 4,5 miljoen. Die trend zet zich voort, aldus de UvA, die zich baseert op prognoses van het CBS. Met andere woorden: er zullen steeds meer studenten uit het buitenland komen.
Daar komt bij dat er door de nationale bevolkingskrimp na 2020 minder Nederlandse studenten komen. ‘Er zal dus een absolute en relatieve toename van het aantal internationale studenten plaatsvinden, ook aan de UvA,’ schrijft het College van Bestuur in de herziene nota Strategisch Kader Internationalisering (zie onder).
Verviervoudigd
Die trend is nu al zichtbaar. Uit de cijfers blijkt dat de UvA het afgelopen decennium flink is geïnternationaliseerd: tussen 2006 en 2016 is het aantal buitenlandse studenten meer dan verviervoudigd (van 1.040 naar 4.600). Het aantal internationale promovendi schommelt tussen de 40 en 45 procent en het aandeel buitenlandse stafleden en onderzoekers staat op zeventien procent. Het zorgt voor ‘flinke uitdagingen’ schrijft het college. ‘Die hebben onder meer te maken met de integratie van internationale studenten in de academische gemeenschap.’
De UvA baseert zich daarbij op een internationaliseringsmodel dat is ontwikkeld aan de University of Warwick en waarbij vijf stadia van internationalisering worden onderscheiden, van pre-internationalisering tot volledige internationalisering. In dat laatste geval zijn staf en studenten volledig intercultureel competent. Volgens het College van Bestuur bevindt de UvA zich momenteel in fase drie, waarbij sprake is van ‘beperkte interculturele interactie en integratie’. Er is dus werk aan de winkel om de hoogste fase van internationalisering te bereiken, waarbij de UvA dus een structureel geïnternationaliseerde universiteit moet worden: een ‘global university’, zoals het universiteitsbestuur het noemt.
Bewust tweetalig
De UvA kiest er vanaf nu ‘bewust’ voor ‘een tweetalige universiteit’ te zijn, waarbij het leerproces niet ophoudt buiten de collegezaal, maar juist doorgaat. Omdat steeds meer studenten een internationale achtergrond hebben, zal ook het aantal in het buitenland verblijvende alumni toenemen. Om die ontwikkeling te versnellen wordt de international classroom verder ontwikkeld, de uitgaande studentenmobiliteit versterkt, de studentervaring ten aanzien van dienstverlening en faciliteiten geoptimaliseerd en het internationaal alumnibeleid versterkt.
De uitwerking van de international classroom moet in 2018 gereed zijn. Twee jaar later moet ‘het merendeel van de UvA-opleidingen’ internationale en interculturele aspecten hebben opgenomen in het curriculum, vertaald in leermethoden, toetsing en leeruitkomsten. Het aantal bachelorstudenten met buitenlandse studie-ervaring moet in 2020 zijn gestegen naar 25 procent en het aantal buitenlandse alumnikringen moet substantieel omhoog.
Niet-Europees
Ook buiten Europa loopt genoeg talent rond dat vooralsnog te weinig in de collegebanken van de UvA zit, vindt de universiteit. De UvA wil daarom meer studenten trekken uit Noord-Amerika, Afrika en Latijns-Amerika: er moet ‘een gebalanceerde mix’ van studenten met een diverse culturele, etnische en sociaaleconomische achtergrond komen. Heterogeniteit binnen diversiteit, óók als dat voor studenten uit die landen een kostbare zaak zou zijn. ‘Ook internationaal talent zonder voldoende financiële middelen moet aan de UvA kunnen studeren.’ Het bestaande beurzenprogramma wordt daarom vanaf 2018 versterkt, óók ten gunste van vluchtelingen.
Hoe multicultureler de studie- en werkcultuur, hoe belangrijker de sociale integratie van deze heterogene gemeenschap, ‘ook in het belang van de Nederlandse studenten en collega’s’, vindt het UvA-bestuur. Een goed begin is het halve werk en daarom moet er een ‘soft landing’ met introductieprogramma’s komen voor buitenlandse studenten en medewerkers.
Daarnaast komt er ‘een maximale inspanning’ om te voorzien in huisvesting voor internationale studenten en staf. In 2018 moet er daarom een huisvestingsplan zijn waarbij ‘tenminste alle inkomende internationale eerstejaarsstudenten en promovendi’ een woningaanbod wordt gedaan. De medezeggenschapsorganen van de UvA zijn uitgebreid geconsulteerd bij de update van het internationaliseringsbeleid en zijn ermee akkoord.
Lees hier het hele UvA-rapport over de internationaliseringsstrategie.
