Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sterre van der Hee
actueel

‘Voor het eerst denk ik: die ganzenkroket wil ik wel overwegen’ 

Sterre van der Hee,
25 juli 2017 - 13:10
Betreft
Deel op

In de Summer Course Exploring Food and the City volgden internationale studenten een lezing van de Keuken van het Ongewenst Dier. Folia keek mee. ‘Die frieten, daar doen we muskusrat op.’

De Italiaanse Mattia Socco Botto (29) heeft het gevonden: dé manier om ons, Nederlanders, insecten te laten eten. ‘De krekelkroket. We malen krekels tot bloem, of doen ze in de ragout. Lekker crunchy.’ Belangrijk is het gevoel van walging te overwinnen, zegt hij. ‘Daarom moet je het mixen met comfort food. Iets vertrouwds.’

 

Buiten de houten schuur op kunst- en bedrijventerrein Nieuw en Meer, diep in het groen en vlakbij het Amsterdamse Bos, motregent het zachtjes. Wie nog buiten staat, vliegt naar binnen. Achttien internationale studenten zijn maandag bijeengekomen voor een lezing van de Keuken van het Ongewenst Dier (KvhOD), die producten verkoopt van ongewenste diersoorten. Aan de muur hangen foto’s: een aangespoelde 50.000 kilo wegende walvis op Texel, en een opengewerkt knaagdier. Ernaast staat een opgezette meerkoet. 

 

De studenten doen mee aan de Summer Course The Urban Food Experience: Exploring Food and the City van de UvA. Internationale studenten onderzoeken de rol van eten in de stad. Hoe definieer je ‘voedsel’? Wat is ‘vlees’? Hoe wordt identiteit bepaald door wat je eet? En: hoe krijgen we Nederlanders massaal aan de krekelburgers? Om die vragen te beantwoorden volgen studenten workshops en colleges, houden ze brainstormsessies en interviews, lezen ze literatuur en gaan ze op excursies, zoals deze. ‘Inspirerend,’ vindt de 37-jarige Justin McVean uit Minnesota, Verenigde Staten. ‘Nederlands eten is overal, van alles wat. Het is interessant om dat vanuit historisch perspectief te benaderen.’

Foto: Sterre van der Hee
Nicolle Schatborn (53) over de Keuken van het Ongewenst Dier. Rechts de opgezette meerkoet.

Patatje muskusrat

Initiatiefnemers Nicolle Schatborn (53) en Rob Hagenouw (57) van de KvhOD vertellen zo’n twee uur over hun ‘kunstproject’, zoals ze het definiëren. De KvhOD verwerkt ongewenste dieren, die worden afgeschoten wegens een overschot of ander probleem, tot eetbaar product. Denk aan geschoten ganzen bij luchthaven Schiphol (verwerkt tot ‘Schipholganzencroquette’), afgemaakte muskusratten in dijken (‘patatje Muskusrat’), stadsduiven (‘veel vetter, dus veel lekkerder’) en gedode kraaien, die gaten prikken in plastic kuilgraszakken van boeren. Alles om de discussie aan te zwengelen: wat eten we precies, en waar komt het vandaan? 

 

Studenten luisteren, maken notities. Het project levert veel gespreksstof op, vertelt Schatborn. In Arnhem wilde de Partij van de Dieren de KvhOD-workshop ‘duivenplukken’ - kinderen plukken een duif of kraai om te zien hoe voedsel wordt bereid - verbieden, omdat zij dacht dat het illegaal was. Hagenouw: ‘Er worden duizenden duiven geschoten. Wij willen juist voorkomen dat die worden weggegooid, zoals bij die walvis op Texel, en bedenken: hoe kunnen we hier geld mee verdienen?’ Dat is nog best lastig: industrieel eten is immers goedkoper doordat het in grote hoeveelheden wordt geproduceerd. ‘Fabrieken zeggen: we doen het, maar vanaf 6 ton vlees. Dat hebben we niet.’

Foto: Sterre van der Hee
Internationale studenten, met links de Portugese Mónica Guerre Rocha (32).

Verhaal 

Er komen kritische vragen. Bijvoorbeeld over de ganzenkroket, die ook in bio-supermarkt Marqt te vinden was. ‘Dat klinkt niet als kunstproject,’ zegt de Portugese Mónica Guerre Rocha (32), ‘maar als een bedrijf.’ Hagenouw knikt. ‘Weet je, uiteindelijk produceren we geen voedsel, maar vertellen we het verhaal van de dieren. We zijn een signaalkeuken.’ Mónica houdt vol. ‘Maar je brengt wel extra eten in de voedselcirkel. En daar ís al overschot.’ Hagenouw: ‘Mijn ideaal: voor elke gans die wordt geschoten, wordt een kip niet geproduceerd. Het is beter om weinig vlees te eten, maar áls je vlees eet, eet dan dit.’

 

Wanneer het project af is, wil Mónica's buurvrouw weten. Schatborn lacht. ‘We begonnen zes jaar geleden, en gaven het een half jaar. Nu praten we met taxidermisten om ook de vachten te gebruiken. We krijgen steeds nieuwe dieren: nu zijn honderden vossen afgeschoten omdat ze beschermde vogels opaten.’ De Italiaanse Mattia, die zelf voedseldocumentaires maakt, luistert aandachtig. ‘Ik houd van deze denkwijze. Met eten kun je zo veel verhalen vertellen. Zelf maakte ik een film over geëmigreerde grootmoeders, waarin ze authentieke recepten onthullen. Ik wil nu een film maken over de eetcultuur van migranten, ná hun grote reis.’

Foto: Sterre van der Hee

‘It burns fat’

De lezing is bijna klaar. Buiten schijnt inmiddels de zon. In de schuur schenkt Schatborn, ter afsluiting, sap van de Japanse duizendknoop, die woekert in natuurgebieden. ‘It burns fat,’ klinkt het. ‘Really?!,’ gilt een groepje.

 

‘Mijn gedrag als voedselconsument voelt als politiek statement,’ vertelt de Portugese Mónica, een eindje buiten de schuur. ‘Ik ben al zeventien jaar vegetariër. Bij elk eetmoment vraag ik me af: is hier water verspild? Heeft een dier geleden? Is het ethisch, duurzaam? Voor het eerst denk ik: zo'n ganzenkroket, die wil ik wel overwegen.’ Mónica zucht. ‘Voedsel heeft zo veel impact. We zijn met 7 miljard mensen, we eten drie keer per dag. So... 21 billion chances to change the world.’

 

De Summer Programmes van de Graduate School of Social Sciences lopen tot 31 juli. Andere cursussen zijn onder meer Planning the Cycling City, Grant Writing and Proposal Development en Alcohol, Drugs & Addiction. Het volledige overzicht is hier te vinden.

Lees meer over