Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Monique Kooijmans
actueel

‘NWO verstoort de band tussen onderwijs en onderzoek’

Dirk Wolthekker,
23 mei 2017 - 10:07

Wetenschap vraagt persoonlijke deugd en is dus terecht een geijkt middel voor het geven van hoogwaardig onderwijs. Maar de inrichting van de moderne wetenschap zet dit verband onder druk, zegt hoogleraar geschiedenis van de natuurwetenschappen Jeroen van Dongen in zijn oratie, die hij op 24 mei uitspreekt. Vier vragen aan Jeroen van Dongen.

U constateert dat wetenschap en onderwijs los van elkaar zijn komen te staan op de universiteit. Hoe komt dat?

‘Hoezo? Dat zit in de structuur en financiering van onderwijs en wetenschap. De financiering van die twee heeft steeds minder met elkaar te maken. Dat komt door de alles bepalende rol van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). NWO betrekt op geen enkele manier onderwijs in haar beoordelingen van onderzoek.’

Foto: Jeroen Oerlemans (UvA)
Jeroen van Dongen

U vindt dat niet goed?

‘Nee, dat vind ik niet goed. Hoewel onderwijs één van de kerntaken van de universiteit is, houdt de NWO het onderwijs geheel buiten beschouwing wanneer ze subsidies toekent. De feitelijke relatie tussen onderwijs en onderzoek is er wel, maar ze wordt niet betrokken in de afwegingen die bij NWO gemaakt worden. Zo creëer je op den duur gescheiden werelden.

De vele university colleges zijn daar een voorbeeld van: ze zijn verbonden aan de universiteit, maar hebben alleen een onderwijstaak. Zo raakt de navelstreng tussen onderwijs en onderzoek op den duur doorgesneden, terwijl het doen van wetenschap bij uitstek vormende waarde heeft.’

‘De wetenschapper is veranderd van een priester in een ambtenaar en inmiddels in een soort ondernemer’

Wetenschap vraagt persoonlijke deugd, zegt u. Wat zijn persoonlijke wetenschapsdeugden?

‘Objectiviteit, leergierigheid, punctualiteit, nauwkeurigheid, enzovoorts. Het beoefenen van wetenschap vereist dat je die deugden in huis hebt, en precies om die reden is de wetenschap ooit op de universiteit terecht gekomen. In de negentiende eeuw zagen Duitse onderwijshervormers dat een opleiding tot wetenschap bij uitstek een geëigend middel is om deugden en waarden—een verantwoordelijke “manier van zijn”—aan studenten mee te geven. Mooi is dat je historisch ook het opkomen van de ene en het verdwijnen van een andere deugd kunt waarnemen. Zo is objectiviteit een typisch negentiende-eeuwse uitvinding. Wetenschapsdeugden spiegelen nogal eens ons maatschappelijk idee van wie de meest deugdzame burger is; zo is de wetenschapper van een priester veranderd in een ambtenaar en inmiddels zijn we bij een soort ondernemer uitgekomen.’

 

Wat moet er veranderen?

‘Door onderzoek en onderwijs gescheiden te organiseren zet je de waardenoverdracht nodeloos onder druk, terwijl ik er ten volle van overtuigd ben dat juist die overdracht de grootste maatschappelijke bijdrage van de wetenschap is. Als onderzoekers en docenten zouden we ons meer bewust moeten zijn van de vorming die we op de universiteit realiseren. Dat aspect moeten we directer betrekken in het organiseren en invullen van ons onderwijs. En dat aspect zou ook in het organiseren van het onderzoek een duidelijke plek moeten krijgen, en wel direct in de afwegingen van NWO.’

 

Jeroen van Dongen spreekt morgen om 16.00 uur zijn oratie ‘De ideale wetenschapper’ uit in de Aula - Oude Lutherse Kerk.