Internetscriptieprijs naar UvA-alumnus Roel Maalderink
UvA-alumnus informatierecht, Roel Maalderink, heeft als vijfentwintigjarige televisiemaker bij NPO3 en RTL5 al een indrukwekkend palmares. Deze week kaapte hij met zijn onderzoek naar online shaming ook de Brink Internetscriptieprijs 2016 van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen weg.
Maalderink studeerde vorig jaar met een 9 voor zijn scriptie De digitale schandpaal. En wat we er tegen kunnen doen af als mediajurist. Woensdag won hij met dit onderzoek de Internetscriptieprijs 2016 in de categorie Internet en Recht. ‘Er zijn veel mensen die over belangrijke internetonderzoeken hebben geschreven. Ik had dus niet gedacht dat ik de scriptieprijs zou winnen,’ vertelt Maalderink.
Juridische stappen
Als televisiemaker werkte hij mee aan verschillende programma’s zoals Jan Rijdt Rond, PowNews en Internetpesters Aangepakt waarin daders van internetterreur worden aangepakt. ‘Zo begon ik me te verdiepen in de impact die online shaming op mensen had,’ legt Maalderink uit.
Maalderink wilde slachtoffers van internetterreur en online shaming helpen. ‘Juridisch was dit onderwerp nog nooit onderzocht. Ik was dus heel erg benieuwd naar de juridische stappen die je kan ondernemen als slachtoffer om de schade te beperken,’ vertelt hij.
Hatelijke berichten
‘Het is een heel nieuw onderwerp,’ legt de winnaar uit. ‘Aangezien er juridisch gezien geen definitie bestaat voor online shaming ging ik er zelf een formuleren. Ik heb veel verhalen gevolgd en afgesproken met slachtoffers van digital shaming,’ vertelt hij. ‘Ondanks de grote verschillen tussen de gevallen waren er ook duidelijke overeenkomsten op basis waarvan ik tot een definitie gekomen ben.’ De titel van zijn studie De digitale schandpaal verwijst volgens Maalderink naar mensen die een misstap begaan en vervolgens allerlei hatelijke berichten over zich heen krijgen op sociale media.
Bewustwording
Zelf deed de mediajurist in zijn scriptie verschillende voorstellen waarmee het juridische systeem meer bescherming kan bieden aan de slachtoffers van internetterreur. Volgens Maalderink is het van belang om het probleem ook buiten het juridisch vlak aan te pakken en te zorgen voor meer bewustwording.
Om dit te onderbouwen haalt hij het voorbeeld aan van Patricia Paay die, nadat een seksvideo over haar lekte, ‘heel stoer’ vertelde over de hatelijke berichten die ze over zich heen kreeg en hoe ze zich hierbij voelde. ‘Het is vooral belangrijk om het onderwerp bespreekbaar te maken,’ vindt Maalderink.
Maalderink eindigt met een duidelijke boodschap. ‘Door internetterreur worden mensen terughoudender om hun mening te uiten op bijvoorbeeld Twitter of in columns omdat ze bang zijn aan de schandpaal genageld te worden. Dat mag niet gebeuren.’
