Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sebastiaan van de Water
actueel

USC viert veertigjarig bestaan met ‘schaken met ledematen’

Sebastiaan van de Water,
16 januari 2017 - 09:11

Een verjaardag kun je het beste vieren met vechtpartijen, bedacht een medewerker van het Universitair Sportcentrum (USC). En dus wurgden zaterdag op het Science Park zestien studerende vechters elkaar wezenloos, ter ere van het veertigjarig bestaan van het USC.

‘Jongens, hebben jullie je nagels goed geknipt? Want krabben is niet toegestaan. Hier hebben we een nagelschaartje liggen. Vergeet ook je teennagels niet.’ Het is de laatste instructie die vechtsportdocent Daan van Schaijk (40) aan zijn leerlingen geeft, alvorens ze elkaar te lijf moeten gaan in de dojo van het Universum.

 

De vechtstijl? Grappling: vechten zonder stoten of trappen. Vooral op de grond. ‘Knuffelen’ noemt kickbokser Badr Hari het vaak denigrerend. Maar er is een reden dat Hari zich nooit aan grondgevechten waagt. Puur staande vechters zijn vrijwel kansloos tegen een bekwame grondvechter, zoals de gebroeders Gracie in de jaren tachtig demonstreerden.

Submission

Een fors gebouwde jongen trekt zo hard mogelijk aan het hoofd van zijn tegenstander. Docent Daan kijkt goedkeurend toe. ‘Ze zijn vrij om te doen wat ze willen. Elk tweetal krijgt vier minuten om elkaar tot overgave – submission – te dwingen. Er zijn geen punten, geen rondes, geen pauzes. Het is net zo zwaar als een sprint van vijf minuten,’ legt de leraar uit.

 

UvA-student Marjolein (psychologie) kijkt minder geamuseerd toe. Ze houdt absoluut niet van vechten. Haar vriend Derek wel. ’Dit is de eerste keer dat ik naar zijn wedstrijden kom kijken.’

 

Tot haar opluchting is Derek deze middag op dreef. De HvA-student (23) dwingt de ene na de andere submission af. Meestal dankzij een armbar: een houdgreep waarbij je de arm van je tegenstander de verkeerde kant ombuigt. Hoe sterk of aggressief je ook bent, als je arm in tweeën dreigt te knappen, klop je toch maar af.

 

‘Grappling is een ultieme ego-killer, meisjes van 55 kilo kunnen grote sterke kerels tot overgave dwingen’

‘Grappling is daarom een ultieme ego-killer,’ luidt een stelregel van HvA-vechtsportdocent Daniël de Bruin. ‘Meisjes van 55 kilo kunnen grote sterke kerels tot overgave dwingen.’

 

De Vlaamse Jessica (28) is zo’n fanatiek lichtgewicht. Zelfs tussen de wedstrijden spart ze met haar mannelijke tegenstanders. ‘Ik vind het geweldig. Echt geweldig. Het is heel tactisch. Ik zie grappling als schaken met ledematen.’

 

Schaken. Marjolein weet het zo net nog niet. ‘Ik vind het heel heftig om te zien. Derek probeert me te overtuigen dat ik ook lessen moet nemen. Maar ik denk dat het niets voor mij is. Ik ben niet zo een vechter.’

‘Iedereen is een fighter,’ zegt Jessica. ‘Mensen die denken van niet, hebben nooit gevochten. Iedereen heeft van nature de drive om een tegenstander die jou aanvalt te willen verslaan. Als je vecht komen vanzelf al die heerlijke stofjes vrij. Adrenaline enzo. Je voelt dat je leeft.’

 

Daan besluit uiteindelijk om geen finaleronde te organiseren. ‘Ik wil dat het vandaag niet gaat om winnen, maar om leren en toernooi-ervaring opdoen. Eén deelnemer heeft zijn ribben gekneusd, dus dat lijkt me weer genoeg ervaring.’