Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Publiek domein
actueel

Nog nooit zoveel klachten in hoger onderwijs

1 november 2016 - 12:01

Studenten hebben nog nooit zoveel klachten ingediend, blijkt uit een rondgang langs universiteiten en hogescholen. ‘Soms komen ze al met een advocaat aanzetten bij de examencommissie.’

Uit een inventarisatie van het Hoger Onderwijs Persbureau blijkt dat het aantal beroepschriften bij de colleges van beroep voor examens (CBE) met ruim 3.300 klachten het hoogste ooit is. Zelfs in 2012, het jaar van de langstudeerboete, werden niet zoveel klachten ingediend.

 

Als studenten het oneens zijn met een beslissing van hun opleiding of universiteit kunnen ze afhankelijk van het onderwerp een beroepschrift indienen bij het college van beroep voor de examens (CBE) of bij het college van bestuur. Verreweg de meeste klachten komen bij het CBE binnen en gaan over het bindend studieadvies, tentamencijfers of fraude. Het college van bestuur behandelt onder meer klachten over het collegegeld en problemen met de inschrijving.

‘Nu is het heel laagdrempelig, het kost studenten niets. Als je wel een bedragje gaat rekenen, zou het studenten misschien afschrikken om een klacht in te dienen’

Als ze het oneens zijn met de beslissing van het CBE of het CvB, kunnen ze ook nog naar de landelijke onderwijsrechtbank in Den Haag: het College van beroep voor het hoger onderwijs (CBHO). Ook dat CBHO kreeg nog nooit zoveel klachten te verwerken als in 2015.

 

Laagdrempelig

‘Studenten worden gewoon steeds mondiger,’ weet woordvoerder Margot Custers van Avans Hogeschool. Dat ziet men ook aan de Universiteit Maastricht, waar weleens is nagedacht over maatregelen om het indienen van beroepschriften lastiger te maken. Dat vertelt Hanneke van Mier van de examencommissie psychologie. ‘Nu is het heel laagdrempelig, het kost studenten niets. Als je wel een bedragje gaat rekenen, zou het studenten misschien afschrikken om een klacht in te dienen.’ Juridisch gezien bleek dat niet te realiseren.

 

Stenden Hogeschool heeft een andere verklaring voor de sterke stijging in het aantal beroepschriften. ‘Wij maken de laatste jaren beter duidelijk waar studenten naartoe kunnen met hun klacht,’ zegt woordvoerder Peter Mulder. En dat werpt zijn vruchten af, want het aantal klachten is in 2015 verdubbeld.

 

Ook de studentendecanen, de schakel tussen de examencommissie en de student, merken een toename in het aantal beroepschriften. ‘Ons vak juridiseert’, zegt Gritche Monsma, voorzitter van de landelijke organisatie van studentendecanen in het hbo. ‘Vroeger was een mondelinge toelichting goed genoeg, nu moet ik alles heel precies documenteren en aanleveren.’

 

Onderwijsinstellingen en studenten scherpen de zaken volgens haar steeds meer aan: ‘Soms komen studenten al met een advocaat aanzetten bij de examencommissie.’ Dat vindt ze niet per se erg. ‘Er hangt tegenwoordig veel vanaf voor studenten. Zolang het leenstelsel blijft, zullen ze voor hun belangen opkomen. Dat moedig ik alleen maar aan.’

‘Als je kijkt naar de hoeveelheid onaangename beslissingen die universiteiten en hogescholen nemen, dienen studenten juist veel te weinig klachten in’

Volgens studentenorganisaties LSVb en ISO is het eveneens een goede zaak dat studenten steeds assertiever worden. ‘Het betekent dat studenten hun rechten kennen en niet bang zijn voor hun universiteit of hogeschool’, zegt Jarmo Berkhout van de Landelijke Studentenvakbond.

 

Daar sluit Jan Sinnige van het Interstedelijk Studenten Overleg zich bij aan. ‘Het is van groot belang dat studenten opkomen voor hun rechten.’ Hij verwijst naar de recente problemen met het bindend studieadvies in het tweede jaar. Terwijl dat wettelijk niet mocht stuurden hogescholen en universiteiten hun studenten in het tweede jaar alsnog weg.

 

Aan de lage kant

Ook Ben Olivier, UvA-docent en tot dit voorjaar voorzitter van onderwijsrechtbank CBHO, vindt het een goede zaak dat studenten steeds vaker klachten indienen bij hun instelling. ‘Te veel klachten? Absoluut niet,’ vindt Olivier. ‘Ik zeg het nog één keer: als je kijkt naar de hoeveelheid onaangename beslissingen die universiteiten en hogescholen nemen, dienen studenten juist veel te weinig klachten in.’

 

Onderwijsinstellingen gaan volgens de voormalige rechter steeds onzorgvuldiger met hun studenten om. ‘Het is bijvoorbeeld ongelooflijk hoe moeilijk het is om universiteiten en hogescholen te bereiken. Die studentonvriendelijkheid neemt steeds meer toe. En hoe onvriendelijker je bent als instelling, hoe meer klachten je krijgt.’

 

Het is hem een doorn in het oog dat hogescholen en universiteiten hun eigen procedures zo slecht volgen. ‘Er staat heel duidelijk in de wet: bij een beroep moet de examencommissie in gesprek met de student om te kijken of er geschikt kan worden. Dat gebeurt heel vaak niet. Dat is hét voorbeeld van hoe onvriendelijk instellingen vandaag de dag zijn geworden.’

 

Goed gesprek

De HvA, de klachtenkampioen van Nederland, probeert die onvriendelijkheid te voorkomen en eerder een afspraak tussen docent en student te plannen. En met succes, het aantal beroepschriften nam af van 1332 in 2011 naar 809 in 2015.

 

‘Wat waarschijnlijk helpt is dat medewerkers van de juridische afdeling de hogeschool zijn ingegaan om voorlichting te geven’, zegt Willem Beijk, sinds vorig jaar voorzitter van het CBE van de HvA. Docenten en examencommissies worden aangemoedigd om het probleem samen met de student op te lossen, zodat deze geen klacht hoeft in te dienen. ‘Nog te vaak gebeurt dat pas tijdens het verplichte schikkingsgesprek dat voorafgaat aan de behandeling van het beroepschrift door het CBE. Je ziet dan dat docenten en studenten er in veel gevallen best snel uitkomen. Maar het beroepschrift telt dan al wel mee in de statistieken.’

 

Zo’n informeel gesprek komt er niet altijd van. Soms is er gewoon weinig tijd, bijvoorbeeld als een student wordt weggestuurd met een bindend studieadvies. ‘Die bsa’s worden tussen 1 juli en 1 augustus gegeven, als bij wijze van spreken de caravans van docenten en medewerkers achter de auto staan aangehaakt’, zegt Beijk. ‘Dan is de boodschap al snel: als je het er niet mee eens bent, stap je maar naar het CBE.’