Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Monique Kooijmans
actueel

Ondanks positieve adviezen veel kritiek op prestatieafspraken

Lennart Bolwijn,
27 oktober 2016 - 14:48

Het hoger onderwijs viert een feestje omdat bijna alle hogescholen en universiteiten een positief advies kregen over de prestatieafspraken. Maar wat houdt dat eigenlijk in? ‘Het is rendementsdenken met een strik eromheen,’ vindt de Landelijke Studentenvakbond (LSVb).

Net als alle andere universiteiten en hogescholen in Nederland, hebben de UvA en de HvA in 2012 afspraken gemaakt met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Die kwamen er op instigatie van toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra, die vond dat universiteiten beter moesten worden. Zo moest de onderwijskwaliteit verbeterd worden, moest studieuitval omlaag, moesten er meer bevoegde docenten voor de klas komen te staan en moest het afstudeerrendement omhoog. Onderwijsinstellingen die vier jaar na het begin van de afspraken hun doelen niet hadden behaald, zouden minder geld krijgen: 7 procent van het onderwijsbudget hing af van de prestatieafspraken.

 

Om dit te bewerkstelligen hebben de UvA en de HvA afgelopen jaren verschillende maatregelen ingevoerd. Meer studies begeleiden aankomende studenten intensiever bij het maken van een studiekeuze en meer studies hebben een bindend studieadvies (bsa). Ook werden er meer excellentietrajecten en honoursprogramma’s opgezet.

‘Hogeronderwijsinstellingen zijn met grote sprongen vooruit gegaan’

Evaluatierapport

Om de prestaties van de hogescholen en universiteiten te beoordelen heeft het ministerie een commissie ingesteld die minister Jet Bussemaker adviseert over de afspraken. De minister liet eerder namelijk al weten dat ze de prestatieafspraken niet ‘mechanisch zal afrekenen’. Dat houdt in dat wanneer een doelstelling niet wordt gehaald, dit niet direct een negatief oordeel betekent. Om te kijken of hogescholen wel hun best hebben gedaan om de doelstellingen te behalen, schreef de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek een evaluatierapport.

 

Volgens dat rapport is de onderwijskwaliteit verbeterd, studeren studenten sneller af en hebben meer docenten een bevoegdheid. Frans van Vught, voorzitter van de commissie, meldde het NRC dat de ‘hogeronderwijsinstellingen met grote sprongen vooruit zijn gegaan.’

 

Hoewel de HvA drie van de elf doelen niet haalde, kreeg zij toch een positieve beoordeling van de adviescommissie. Rector Huib de Jong was erg blij: ‘Driemaal positief, het kan niet beter. Deze beoordeling door de Reviewcommissie telt heel zwaar. Vooral omdat het een belangrijke bevestiging is van de koers die we varen en een geweldig compliment voor alle medewerkers van de HvA.’

‘De afspraken zijn te weinig op maat gemaakt, te top-down, en te veel gericht op rendement’

Kritiek

De prestatieafspraken lokken echter ook veel kritiek uit. Volgens de LSVb is de papieren werkelijkheid van de afspraken niet gelijk aan de echte werkelijkheid. In haar persbericht schrijft zij: ‘De afspraken zijn te weinig op maat gemaakt, te top-down, en te veel gericht op rendement.’ Voorzitter Jarmo Berkhout: ‘De afspraken gingen grotendeels om rendement en efficiency. Universiteiten en hogescholen werden gepusht om de doelstellingen te halen, met als stok achter de deur dat ze anders minder geld zouden krijgen. Dat is een perverse prikkel, die vaak slecht uitpakt voor de vrijheid van studenten.’

 

Ook is de LSVb kritisch op het bindend studieadvies als middel om studiesucces te bereiken. ‘Onder het mom van studiesucces werd bijvoorbeeld het bindend studieadvies ingevoerd, waardoor studenten makkelijker van hun opleiding worden weggestuurd. Studenten worden onder druk gezet om zo snel mogelijk af te studeren, ongeacht persoonlijke omstandigheden. Dit leidt tot verschoolsing en minder ruimte voor extracurriculaire activiteiten. Bovendien ervaren veel universiteiten en hogescholen de prestatieafspraken als te eenzijdig en te ingrijpend, iets wat ook uit de stijgende werkdruk onder docenten blijkt.’

 

Hoewel het aantal docenten met een basiskwalificatie onderwijs wel sterk is toegenomen (van ongeveer 1 op de 5 naar 4 op de 5) is ook daar veel kritiek op. Veel docenten zijn er niet van overtuigd dat ze beter onderwijs geven dankzij het behalen van een bko-certificaat.

Of de onderwijskwaliteit daadwerkelijk is toegenomen is heel moeilijk, zo niet onmogelijk, te meten. Wel is duidelijk dat studenten iets tevredener zijn over hun studie. Op een schaal van 1 tot 5 is de tevredenheid op hogescholen gestegen van een 3,51 in 2012 tot aan een 3,61 in 2016. Op universiteiten betreft het een stijging van een 3,76 in 2012 tot aan een 3,79 in 2016.

 

Interne afspraken

Desalniettemin vinden veel hogescholen en universiteiten de prestatieafspraken niet voor herhaling vatbaar. Ook de LSVb verklaart dat de prestatieafspraken bij een experiment moeten blijven: ‘Verbeteringen van de kwaliteit zijn niet altijd in cijfers uit te drukken. Veel studenten ervaren dan ook de kwalijke effecten van de prestatieafspraken. Een duidelijk voorbeeld hiervan is dat de uitval in het hbo in de afgelopen jaren juist groter is geworden. Afspraken over kwaliteit zijn een goede zaak, maar die kunnen het best op de universiteit of hogeschool zelf worden gemaakt, op basis van de inhoud in plaats van rendement.’